15 MAART 1950 93 huwelijk sluiten, het burgerlijk huwelijk slechts een formaliteit is. Daarom hebben de meeste paren geen bezwaar tegen de gevolgde methode. De VOORZITTER merkt op, dal; het burgerlijk huwelijk zeker geen formaliteit te noemen is, daar de juridische gevolgen zeer groot zijn. De kosteloze huwelijken worden gesloten in dezelfde kamer en met dezelfde gratie en respect als de niet-kosteloze. Het sluiten van een huwelijk wordt niet gebagatelliseerd. Spre ker stelt voor de practiijk uit te laten maken wat het beste is. De heer VAN EGERAAT zegt, dat dus het onderscheid tussen kosteloze en niet-kosteloze huwelijken geschrapt wordt. De VOORZITTER antwoordt ontkennend. De heer VAN EGERAAT zegt dan tegen het voorstel bezwaar te hebben. De heer KEIM merkt op, dat iedereen er 20.voor over kan hebben. De VOORZITTER acht het gewenst, deze materie aan het beleid over te laten, daar niets moeilijker is dan menselijke ijdelheid. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het voorstel besloten. De heer van Egeraat wenst evenwel aantekening, dat hij met de bestaande gedragslijn niet accoord gaat. 31. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van het werkliedenreglement 1934 (art. 25) en tot vaststelling van een verordening, regelende de positie van losse werklieden bij ver zuim wegens vorst, sneeuw en de gevolgen daarvan. (Bijlagen 1950, no. 97). De heer VELDKAMP verzoekt Burgemeester en Wethouders zich te willen beraden, welke juridische-technische wijzigingen in het Werkliedenreglement nodig zullen zijn, als op 1 Juli a.s. de Werkloosheidswet in werking treedt. De VOORZITTER antwoordt, dat het College zulks gaarne zal doen. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 32. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het ver zoek om ontslag van de heer P. A. H. Hornix, Directeur van de Dienst van Openbare Werken. (Bijlagen 1950, no. 85). De VOORZITTER wil aan de heer Hornix bij diens ontslag uiting geven aan zijn dankbaarheid. Spreker ziet de heer Hornix als een man van grote onkreukbaarheid. Bovendien was hij een ijverig man, die zijn krachten in dienst der gemeente Breda heeft gesteld. Naast een schriftelijk dankwoord wil spreker ook als Voorzitter van de Raad hem van zijn erkentelijkheid blijk geven. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het prae-advies besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 93