15 MAART 1951 G1 De heer JONGBLOED informeert, of de Raad nu tevens beslist, dat in de begroting 1951 de in het ontwerp-sehrijven aangegeven wijzigingen zullen worden aangebracht. De VOORZITTER bevestigt dit. Zonder verdere bespreking besluit de Raad het schrijven van Gedeputeerde Staten te beantwoorden als in de ont- werp-brief aangegeven. 3b. Mededeling van Burgemeester en Wethouders inzake de af treding van leden van de Burgerlijke Instelling voor Maatschappe lijke Zorg. (Bijlagen 1951, no. 92.) Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouder tot wijziging van het raadsbesluit om met anderen 25 woningen in het Montensbos te bouwen. (Bijlagen 1951, no. 92 en 129) De heer JONGBLOED betwijfelt, of thans nog Iemand enthousiast is over deze bouw. Aanvankelijk had spreker dit plan toegejuicht, omdat hierdoor aan de verlangens van de industrie kon worden te gemoetgekomen. Door velerlei omstandigheden is deze zaak ge traineerd, zodat de kosten nu veel hoger zijn, dan bij de opzet van het plan waren geraamd. Neemt de gemeente thans niet een groot risico op zich, omcTat straks deze woningen niet te verkopen of te verhuren blijken te zijn? De vraag of hierbij een gemeentebelang betrokken is, meent spreker ontkennend te moeten beantwoorden; zodat hij hoe spijtig dit ook is Burgemeester en Wethouders in overweging zou willen geven, zich over deze aangelegenheid nader te beraden. Spreker stelt voor, dat nu reeds tot de aankooo of onteigening Van de betrokken gronden wordt overgegaan, doch dat de bouw der woningen wordt uitgesteld tot meer gunstige tijdsomstandigheden. Spreker merkt nog op, dat degenen, die de huur van f 1500.- per jaar kunnen en willen betalen, toch wel op andere wijze aan een voor hen geschikte woning kunnen komen. Het risico, dat de ge meente op zich neemt, weegt niet op tegen de voordelen welke aan dit plan zijn verbonden. De heer MOL is het eens met de heer Jongbloed, voor wat betreft de woningen, waarvan de bouw door de gemeente wordt gefinan cierd. In tegenstelling tot het aanvankelHke plan, zal de gemeente van dit complex van 25 woningen de houw van 15 huizen moeten bekostigen, terwijl de industrie het doet voor 10 woningen. Spreker vraagt zich af, of de voorgestelde woningbouw wel ren dabel is, en of de gemeente behoefte heeft aan deze dure woningen. Hij betwijfelt zulks. Ook Voor de industrie, die deze woningen nodig had, zijn de bouwkosten te hoog opgelopen. Deze kosten bedragen 30.000.per woning, waarbij een bedrag komt van 2000.voor beschrijvingskosten, tesamen dus ƒ32.000.,_Wil men deze wonin gen rendabel verhuren, dan is een huur, niét van 1452.doch van ongeveer 1900.nog laag gesteld, want hierbij moet men mede in verband met de bijkomende kosten, als straatbelasting en dergelijke rekenen op een bruto-huuropbrengst van 6% van het geïnvesteerde kapitaal. Men kan voor een heel wat lagere huursom goede woningen met een inhoud van 500 m.3 te zijner beschikking krijgen; zo doen de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 115