15 MAART 1951 69 wijze behoort te dragen. Indien hem dit gewenst voorkomt zal spreker op dit punt t.z.t. terugkomen. Zonder verdere beraadslaging besluit de Raad overeen komstig het voorstel. De behandeling van de agendapunten no.'s 14 en 15 zal worden uitgesteld tot de andere zaken zijn afgewerkt. 16. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om met de N.V. Nederlandse Spoorwegen een overeenkomst aan te gaan tot over neming in eigendom, resp. in beheer en onderhoud' van een ge deelte van de rivier de Mark nabij de Spoorbrug. (Bijlagen 1951, no. 105) De heer v. d. EEDEN vraagt of aan de Spoorwegen een vergoe ding kan worden gev'raagd met terugwerkende kracht. Wethouder VAN HOUTEN is van mening, dat dit niet nodig is. Het gaat slechts om een klein stukje van de rivier, waarvan net voor de gemeente van belang is, dat zij het eigendomsrecht ver krijgt in verband met de heffing van de liggelden voor dc schepen. Het is overigens een zaak van ondergeschikt belang. Zonder verdere beraadslaging wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 17. Voorstel van Burg-emeester en Wethouders tot aankoop van grond gelegen In het uitbreidingsplan Poolseweg e.o. van C. J. Hermans. (Bijlagen 1951, no. 106) 18. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van grond aan de Oranjeboomstraat van A. van der Muren. (Bijlagen 1951, no. 107) 19. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van grond', nabij de Oranjeboomstraat van J. G. Aarts. (Bijlagen 1951, no. 108) 20. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van grond aan en nabij de Lovensdijkstraat van A. M. Claassen. (Bij lagen 1951, no. 109) Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 21. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verkoop van grond aan de Ploegstraat aan J. Jansen. (Bijlagen 1951, no. 110) De heer v. d. EEDEN informeert welke bestemming de opslag plaats, waarover in het voorstel wordt gesproken, zal krijgen. Het zou niet juist zijn, indien in deze woonwijk een opslagplaats voor afvalproducten zal komen. De VOORZITTER zegt dat dit laatste in ieder geval niet zal gebeuren. Zonder verdere beraadslaging wordt overeenkomstig" het voorstel besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 121