70 15 MAART 1951 22. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verkoop van een strook grond, gelegen nabij de Liniestraat aan G. P. van Gils. (Bijlagen 1951, no. Ill) Dienovereenkomstig wordt besloten. 23. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot ruiling van gedeelten van de Oude Molenley met de N.V. Kortewe.g's Bouw maatschappij. (Bijlagen 1951, no. 112) De heer JONGBLOED heeft geen bezwaar tegen dit voorstel. Hij hoopt, dat d'e gemeente nu in de gelegenheid komt om achter de woningen aan de Ginnekenweg een weg aan te leggen, welke door de betrokkenen gewenst wordt. Het is hem opgevallen, dat op de tekening naast de groene strook nog een strook in wit is aange geven. Wie is van deze strook grond de eigenaar? Was hierom trent geen kwestie tussen de gemeente en het waterschap Het is hem opgevallen, dat de. speeltuin ter plaatse gelegen is op het terrein, dat eigendom is van de Korteweg's Bouwmaat schappij. Wat zal er met deze speeltuin mettertijd gebeuren Het spijt spreker, dat deze hoek niet meer het eigendom van de ge meente is. De heer KOERTSHUIS informeert eveneens naar hetgeen met deze speeltuin zal geschieden. Wethouder v. HOUTEN zegt, dat de speeltuin inderdaad gelegen is op het terrein van Korteweg's Bouwmaatschappij en zij zal dus mettertijd verplaats moeten worden. De in wit aangegeven strook grond, waarop de heer Jongbloed doelde, is de achteruitgang van de aldaar gelegen huizen en zal naar spreker vermoedt - wel eigendom zijn van de eigenaren, dier woningen. Het ligt inderdaad in de bedoeling mettertijd de Molenley geheel te doen verdwijnen en daar een weg te projecteren. De heer KOERTSHUIS merkt op, dat 't gebruikelijk is, de speel tuin te openen op Koninginnedag. Hij zou het op prijs stellen, dat nu bedoelde speeltuin moet verdwijnen op korte termijn naar een ander terrein hiervoor wordt uitgezien, opdat ook deze speel tuin op bedoelde dag geopend kan worden. Wethouder VAN HOUTEN antwoordt, dat deze speeltuin nog wel een jaar op de huidige plaats zal kunnen blijven bestaan, of schoon mettertijd deze grond wel door Korteweg's Bouwmaatschap pij zal worden bebouwd. Burgemeester en Wethouders zullen tijdig naar een terrein uitzien waar deze speeltuin aangelegd kan wer den. Overigens heeft de kwestie van de speeltuinen geregeld de aandacht van het College. De heer KOERTSHUIS verzoekt een en ander ter kennis te brengen van de speeltuincommissie. De heer BRAAKHUIS zegt uiteraard niet de plannen te kennen voor de bebouwing van deze grond. Hij vreest, dat zij gelijk zullen zijn aan die welke thans uitgevoerd worden aan het andere einde van de J. W. Frisolaan. Spreker zou het op prijs stellen wanneer het gemeentebestuur zal beletten, dat op de hoek van de Regen- tesselaan en de Burgemeester Serrarislaan een zelfde wantoestand

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 122