12 18 JANUARI 1951 Moge God Uw arbeid zegenen en in het komende jaar onze ge meente bijstaan. Vervolgtens deelt spreker mede, dat de zojuist door hem uitge sproken rede door de Burgemeester, die wegens ongesteldheid niet aanwezig kan zijn, is samengesteld'. Spreker wenst de Burgemeester een spoedig herstel toe en hoopt, dat deze de volgende vergadering weer zal kunnen presideren. De heer BRINKERHOF antwoordt de Voorzitter aldus: Mijnheer de Voorzitter, als oudste in jaren mag ik het voorrecht genieten, U, namens allen, van antwoord te dienen op deze Nieuw jaars-rede, doch alvorens daartoe over te gaan, moet ik tot mijn groot leedwezen constateren dat onze Burgemeester nog steeds door ongesteldheid gedwongen is, thuis te vertoeven. Wij allen weten bij ervaring wat dit gedwongen thuis zijn voor hem betekent, n.l. dat hij zijn werk, waarin hij zijn gehele kunnen en persoonlijkheid legt, over moet geven aan een ander, die hiertoe door hem wel in staat wordt geacht, en wij begrijpen, dat hij de leiding van deze eerste bijeenkomst van de Raad in 1951 node uit handen heeft moeten geven. Wat Velen van ons reeds lang vreesden, is niet uitgiableven. Zijn lichamelijke overschatting moest tot dit gevolg aanleiding geven. De meest geperfectionneerde machine heeft een rustperiode nodig om gereviseerd te worden. Onze Burgemeester meende dat dit rus ten voor hem een luxe betekende, meende dat zijn werkkracht onuit puttelijk was. Moge deze enkele woorden, in alle eenvoud uitge sproken, vcor onze beminde Burgemeester een waarschuwing in houden. Mijnheer de Voorzitter, de 10e Januari herdacht de Burgemeester zijn geboortedag. Mag ik namens allen die onkundig bleven van deze herdenking en daarom niet hun gelukwensen aan hem deden toekomen, vanaf deze plaats onze hartelijke felicitatie en geluk wensen voor hem en zijn gezin uitspreken en daarbij de hoop uiten dat het God moge behagen onze Burgemeester weer spoedig in ge zondheid in ons midden te doen zijn. Uit de Nieuwjaarsrede hebben wij mogen horen dat ook onze ge meente mét financiële moeilijkheden te kampen heeft, moeilijkheden vooral in bet verkrijgen Van de gelden nodig voor beianglrijkei bouw werken gelegen. Het moge ons als troost in de oren klinken dat wij niet de enige gemeente zijn die aan dit euvel lijden. Het is een schrale troost en blijft voor onze gemeente een grote zorg. Zoals w'i hoorden is de woningnood het grootste en belangrijkste probleem in onze stad. Uit de cijfers, aangevende het aantal ge bouwde en nog te bouwen woningen, blijkt ons dat wij, gehoord de bevolkings-aanwas in onzs gemeente, achterop raken inplaats van een vooruitgang te kunnen constateren. Het is ook dit moeilijk vraagstuk waaraan onze Burgemeester een groot deel van zijn ge zondheid opoffe-cle. Hoezeer wij ook verheugd zijn in de groei onzer genieante, wij zien het spook van het woningtekort steeds dreigen der naar voren komen, tenzij onze Regering spoedig afdoende maat regelen neemt in alles wat op de woningbouw betrekking" heeft. Met Vreugde namen wij er kennis van, dat blijkens het geïnves teerde kapitaal, aan bouwwerken groot 11.965.921.ook particu liere bedrijven in onze stad een aandeel hadden. Op onderwijs en cultureelgebied maakten wij geen slecht figuur, ook dat stemt ons tot vreugde. De gemeente-bedrijven pasten zich aan bij de uitbreiding van onze stad. Op deze uitbreiding zijn wij trots.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 12