88 15 MAART 1951 dien men op het behoud van het park prijs stelt. De kosten van de tijdelijk aan te leggen paden zijn niet in de begroting van Openbare Werken opgenomen, aang-ezien deze door de Stichting gedragen zullen moeten worden. De VOORZITTER verleent hierna het woord aan de Directeur van Gemeente Beplantingen, de heer H. W. van Rooyen. De heer VAN ROOYEN acht het met het oog op de a.s. feeste lijkheden noodzakelijk, dat de paden van het Valkenberg worden verbreed. Alle gazons moeten opnieuw gelegd worden. Ieder gazon vertoont een welving en een glooiing. Indien het plan ten uitvoer v/ordt ge bracht, dan dient men de gazons opnieuw onder profiel te brengen, hetgeen een zeer tijdrovend werk is. Bovendien werken de vele wortels in de grond zeer belemmerend. Uit het een en ander volgt, dat het gehele Valkenberg ten onderste boven gaat. Er is gedacht aan het tewerk stellen van werklozen. Het is een vraag, wat dergelijke mensen zullen presteren. Onder deskundige leiding kunnen ze vermoedelijk de werkzaamheden echter wel ten uitvoer brengen, zodat ze hierin kunnen betrokken worden. Het is niet mogelijk te zeggen, welk bedrag daarvoor moet wor den uitgetrokken. Men kan in ieder geval beginnen met een proef te nemen. Vervolgens wil spreker de vraag beantwoorden, wie ver antwoordelijk gesteld moet worden v'oor de verwaarlozing van het Valkenberg. Als schoenen stuk zijn, dan worden ze opgelapt, totdat zulks niet meer mogelijk is en men nieuwe moet kopen. Bovendien v/as het herstel van de vijver reeds 5 jaar geleden aan de orde. Aan gezien in de K.M.A.-affaire de vijver betrokken v/as, werd het her stel uitgesteld. Toen daarna een opgaaf van kosten werd ingediend, bleken deze hoog te zijn. Daarbij kwam nog dat de Dienst van Openbare Werken overbe last was. Daarna begonnen de plannen van 1952 te rijpen, waardoor de herstelwerkzaamheden nogmaals werden uitgesteld. De vijver kon niet meer schoongemaakt worden, omdat er anders geen vijv'er meer was overgebleven. De situatie van de vijver kan het best vergeleken worden met een oude dakgoot. Door het drek zijn de lekken gedicht. Wordt evenwel het drek verwijderd, dan kan herstel niet langer achterwege blijven. Tot slot deelt spreker nog ede, dat de werkzaamheden in het park niet machinaal verricht kunnen worden. De VOORZITTER zegt, dat de Raad de toelichting van de Voor zitter der Stichting en de beide Directeuren heeft kunnen beluiste ren. De Raad kan het voorstel uitstellen, doch spreker meent zulks niet te moeten adviseren. Hij spoort de Raad aan deze zaak te on dernemen. De Stichting moet het vertrouwen hebben van het Gemeentebe stuur. Spreker geeft toe, dat het voorstel van Burgemeester en Wethouders sober is. Hij kan zich dan ook de stemming, die in de debatten naar Voren is gekomen, indenken. Maar in deze vergade ring zijn de nodige toelichtingen gegeven. Als zakenman weet men, dat deze dingen gedaan worden, on danks de zeer intensieve arbeid, die eraan verbonden Is. Men moet zich dwingen tot deze arbeid. Zo moet ook de Bredase Raad zich tot s.ctiviteit aansporen. Een dergelijke activiteit kan slechts stimulerend op de burgers werken. Alles wordt één groot bedrijf. Spreker hoopt, dat de een-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 140