92
15 MAART 1951
bestuursleden worden er 4 voorgedragen door de gemeente, de drie
overige door de Sportraad.
Volgens art. 5, sub 5, worden de door de gemeente aan te wijzen
bestuursleden benoemd door de gemeenteraad op Voordracht van
Burgemeester en Wethouders. Voor elk te benoemen bestuurslid
kan door het bestuur der stichting een aanbeveling van 2 personen
worden gedaan aan Burgemeester en Wethouders. Volgens art. 5,
sub 6, worden de door de Sportraad aan te wijzen bestuursleden
benoemd door de gemeenteraad, op een de Raad bindende voor
dracht door de Sportraad van 2' personen voor elk te benoemen be
stuurslid.
Spreker constateert, dat hier een verschil bestaat tussen „voor
dracht" en „aanbeveling". Het woord „voordracht" houdt iets
bindends in, wat bij het woord „aanbeveling" niet het geval is. Hij
heeft bezwaar tegen de woorden „bindende voordracht".
Spreker vraagt zich af, waarom de Raad zich moet binden aan
d'e Voordracht van de Sportraad. Hij stelt voor de woorden „bin
dende, voordracht" te laten vervallen.
Wethouder MEYS heeft hiertegen niet zoveel bezwaar. Hij acht
het wel gewenst, dat de Sportraad een voordracht doet, die niet
bindend is. Practisch zal de Raad de voordracht steeds accepteren.
Er zullen wel zeer bijzondere redenen aanwezig zijn, indien hiervan
wordt afgeweken. De Raad moet echter rectificerend kunnen op
treden.
De VOORZITTER zegt, dat volgens de Gemeentewet een voor
dracht bindend is. Zulks is echter niet het geval met een aanbeve
ling.
De heer VELDKAMP zou bedoelde woorden willen wijzigen in
„aanbeveling".
De VOORZITTER gaat hiermede accoord.
De heer VELDKAMP zegt, dat volgens de in punt III van het
concept-besluit gestelde redactie door Burgemeester en Wethouders
alle mogelijke wijzigingen aangebracht kunnen worden. Uiteindelijk
hebben Burgemeester en Wethouders de bevoegdheid het gehele
besluit te wijzigen. Spreker heeft er geen bezwaar tegen, dat door
Burgemeester en Wethouders bij het passeren der notariële acte
kleine wijzigingen kunnen v/orden aangebracht; wel heeft hij ech
ter bezwaar tegen een verder gaande bevoegdheid. Spreker kan
zich met de redactie verenigen, indien het woord „Raad" hiervoor
in de plaats komt.
Wethouder MEYS antwoordt, dat het gewenst is, dat door Bur
gemeester en Wethouders kleine wijzigingen aangebracht kunnen
worden, indien mocht blijken, dat zulks bij het passeren der acte
nodig is. Spreker heeft er geen bezwaar tegen het woord „Raad"
daarvoor in de plaats te stellen, mits Burgemeester en Wethouders
de bevoegdheid hebben bij de oprichting der stichting, zo nodig,
kleine wijzigingen aan te brengen.
De VOORZITTER stelt voor in punt III van het concept-besluit
de woorden „met machtiging aan Burgemeester en Wethouders om
deze bepalingen aan te vullen en te omschrijven indien en voor zo-
v'er hen dit nader geraden zal voorkomen" te laten vervallen.