94 15 MAART 1951 De heer KAMPHUYS vraagt of de kosten niet bestreden kunnen worden uit de op de begroting beschikbaar gestelde gelden voor representatie. De VOORZITTER zegt, dat een bedrag van 500.voor 500 personen, die bovendien nog een huisgenoot mogen medebrengen, niet groot is. In totaal moeten dus 1000 personen ontvangen worden. De kosten voor deze ontvangst zijn als volgt: Koffie 150.— Sigaren en sigaretten 175. 2 concerten van Fiësta 150. Eventueel bijkomende kosten 25. In totaal 500. De heer KAMPHUYS verzoekt het College deze kosten te bestrij den uit de begrotingspost voor representatiekosten. Mocht later blijken, dat deze begrotingspost tengevolge van de ontvangst ontoe reikend is, dan kan aanvulling alsnog plaats vinden. De heer KOERTSHUIS zegt, dat deze 500 personen in 1940 met de vijand in aanraking zijn geweest. Het lijkt spreker een zéér symphatieke geste, indien voor de ont vangst een „extra" crediet wordt gevoteerd. De VOORZITTER was om dezelfde reden van oordeel de Raad dit crediet te moeten vragen. Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeenkomstig het verzoek van de Voorzitter. Hierna gaat de VOORZITTER over tot bet beantwoorden van vragen, die in vorige raadsvergaderingen zijn gesteld. Vraag: De heer VAN WEZENBEEK herhaalt zijn in een eerdere vergadering gedaan verzoek erop te doen toezien, dat de gasdruk meer stabiel wordt geregeld. Antwoord: Wanneer tengevolge van grote gasafname, b.v. ge durende de tijden dat gekookt wordt, de gasdruk in het net daalt wordt vanwege het bedrijf in deze uren een hogere druk gegeven, opdat overal voldoende druk aanwezig is, welke ca. 55 mm, water kolom bedraagt. Metingen hebben uitgewezen, dat zulks op de ongunstigste net- gedeelten het geval is, zodat zelfs bij abnormale gasafname tech nisch voldoende druk aanwezig is om de gastoestellen behoorlijk te doen functionneren. Voor het ontsteken der lantaarns en het doven daarvan wordt een half uur na zonsondergang, resp. vóór zonsopkomst de druk even verlaagd, maximaal ca. 6 a 8 minuten. Dit gebeurt reeds jarenlang. Moet dit nu plaats vinden in de uren, dat gekookt wordt (wintermaanden) dan bemerkt zulks de huisvrouw. Hieraan is niets te doen, doch de vlammen doven niet, doch branden wat lager. Het gebeurt wel eens, dat de vlam uitgaat, doch dit is dan een gevolg van: 1. slecht afgestelde en vervuilde branders, of toestellen; 2. van een gasmeter, die „trekt", d'.w.z. één, die te hoog druk ver lies heeft, zodat bij de branders bij een bepaalde druk voor de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 146