96 15 MAART 1951 Vraag: De heren PEETERS en BRINKERHOF hebben gevraagd naar de stand van zaken betreffende de panden Leeuwerikstraat 80 en 82. Antwoord: De eigenaar van het ene pand is thans in principe bereid zijn pand zelf op te bouwen; de eigenaar van het andere pand is bereid mede te werken, dat de Gemeente zijn pand kan opbouwen. Openbare Werken maakt thans een berekening van de bouwkos ten, die binnen enkele dagen gereed zal zijn. Daarna zal Openbare Werken met de eigenaren praten en trachten ook de eigenaar, die thans nog niet tot wederhouw bereid is, te bewegen zelf te bouwen. Alles wordt in het werk gesteld om te bereiken, dat de panden in het najaar opgebouwd zullen zijn. Vraag: De heer VAN DE NOORT vraagt de achteruitgangen langs de woningen aan de Pijnboomstraat en de Meidoomstraat te verbeteren, welke achteruitgangen met het oog op regen- en grond water te laag gelegen zouden zijn. Antwoord: Zo spoedig mogelijk zal begonnen worden met een voudige middelen voorzieningen te treffen inzake de afvoer van hemelwater en de hoogteligging van de bedoelde uitgangen. Vraag: De heer MOL wil de aandacht vragen van de dienst der beplantingen voor de eendjes in de stadsvijvers, welke diertjes in de afgelopen wintermaanden veel honger hebben geleden. Antwoord: De eenden worden naar het oordeel van de directeur Beplantingen eerder te veel dan te weinig gevoederd. Bij slecht weer wordt er rekening mede gehouden, dat het publiek de dieren weinig of niet voedert. Dat de indruk zou zijn ontstaan dat de eenden in de winter te kort komen, kan worden verklaard door de houding van de ganzen in het Wilhelminapark, die het publiek steeds nalopen voor een lekker hapje, zonder dat er van honger sprake is. Vraag: De heer VAN SWOL vraagt of het mogelijk is, dat de leerlingen van de Ambachtsschool practisch te werk worden ge steld voor de inrichting van het gebouw in de Beijerd, waarin het St. Fidelisliefdewerk is ondergebracht. Spreker zou dit van nut achten zowel voor deze leerlingen als Voor de jongens van St. Fide- lis-werk. Antwoord: a. Niet al te grote werkzaamheden, die op de school zelf uitgevoerd kunnen worden, ten bate van het St. Fidelis-liefde- werk, geschieden reeds vrij regelmatig. b. In verband met regelmatige uitbreiding en verbeteringen van gebouwen en inventaris, is er momenteel reeds werk onderhanden, waaraan men zeer zeker tot 1 September 1951 meer dan de handen vol heeft. c. Uitvoering van werkzaamheden buiten de school brengt on derwijskundige en organisatorisch haast onoverkomelijke bezwaren mede. In verband met bovenstaande is het dus niet mogelijk dergelijke werkzaamheden uit te voeren. De heer WEZENBEEK maakt de dienst van het gasbedrijf een compliment voor de wijze, waarop deze zijn klacht heeft behandeld!. De oorzaak ontstaat grotendeels door de metertoestand.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 148