158
11 APRIL 1951
De heer VELDKAMP wijst er op, hoe hij in de vorige raadsver
gadering, toen dit voorstel reeds uitvoerig besproken en toege
licht is, namens zijn gehele fractie een aantal inlichtingen heeft
gevraagd, maar daarbij niet van een afwijzing of goedkeuring
heeft doen blijken. Wanneer hij thans spreekt, dan doet hij dit
mede namens verschillende leden van zijn fractie.
Spreker wil allereerst in herinnering brengen een aantal op
merkingen, welke in de vorige vergadering zijn gemaakt.
Toen is gesteld, dat de feestviering in strijd zou komen met het
algemeen economisch beleid van versobering en beperking van de
consumptie. Spreker gelooft, dat dit argument niet steekhoudend
is. Indien men bijvooreeld de jongste verklaring van de Minister-
President naleest, dan treft daarin de opmerking, dat het onmo
gelijk zou zijn de reisdeviezen te beperken, omdat anders het bui
tenlands tourisme naar Nederland in gedrang zou komen. Ook
wordt de consumptie in de ontspanningssector niet beperkt, mede
met het oog op de buitenlandse touristen. In een officiële rege
ringsverklaring, voorkomende in een Memorie van Antwoord,
wordt gezegd, dat juist het hotelwezen de bijzondere aandacht van
de regering heeft en dat voor een behoorlijke accomodatie voor
het tourisme moet worden gezorgd. Door de Minister van Produc
tie zijn terzake concrete cijfers genoemd. Deze deelt ook niet de
geuite mening, dat het tourisme. zal teruglopen. De regering geeft
ook subsidie ten behoeve van het vreemdelingenverkeer. Dit alles
nu komt niet uitsluitend aan de buitenlanders ten goede, maar ook
aan de eigen bevolking. Er is voorts geen enkele aanwijzing, dat
de 1% vacantie-toeslag dit jaar niet meer zal worden verleend.
Ook de hieruit voortkomende consumptieve uitgaven worden dus
niet beperkt.
Wanneer derhalve de consumpties voor de normale v'acanties
niet worden beperkt, dan behoeft het ook geen bezwaar te zijn,
deze feesten in Breda te organiseren. Spreker zou dan ook liever
niet van een consumptie-verhoging, doch van een consumptie
verschuiving willen spreken, tiet is in dit verband dan ook de
taak van de Stichting 1952 de ontspanningsuitgaven naar Breda
te trekken
Hierin zou zij ernstig gehandicapt worden, indien gedurende de
weken, dat in Breda de feesten gehouden zouden worden, de re
gering het rijverbod Voor de Zondagen opnieuw zou afkondigen.
Gezien de enorme schade, welke daarvan ook in het verleden de
Horecabedrijven hebben geleden, gelooft spreker niet in een derge
lijke beperkende, maatregel.
Moet in het algemeen dus indien de feesten doorgang vinden
van een consumptie-verschuiving naar Breda gesproken worden,
mogelijk is enige consumptie verhoging er het gevolg van, al ge
looft spreker niet, dat deze zo hoog zou zijn, dat zij gevaarlijk zou
zijn in de algemeen economische situatie.
De regering voert in verband hiermede een nationaal sociaal be
leid, in welk kader ook aan de gemeente beperkingen zullen wor
den opgelegd, waarvan de aard nog niet bekend is.
In welke concrete vorm de gevraagde soberheid moet worden
gerealiseerd, weet men nog niet.
Het is dan ook moeilijk voor de gemeenteraad te beoordelen, of
de voorgestelde plannen in strijd zouden komen met het algemeen
belang. Spreker meent echter, dat juist in deze omstandigheid het
in de Gemeentewet vastgelegde toezicht van de hogere instanties
zin heeft welke beter dan de Raad zijn ingelicht over de beteke-