162 11 APRIL 1951 nu gezegd wordt, dat deze nog onzekere uitgaven de geraamde in komsten niet zullen overtreffen. Ook bij Burgemeester en Wethouders bestaat hieromtrent geen stellige verwachting, zoals blijkt uit ditzelfde prae-advies, waarin nog staat; „Bij deze opzet is het dus de bedoeling niet meer dan f 400.000.- ,,te besteden. Wij achten het echter met het sterk stijgende prijs peil van het ogenblik wel iets boven de macht van het bestuur „te liggen nu reeds te kunnen bepalen, dat het met behulp van dit „bedrag beslist een waardig landgenoot en vreemdeling inte resserend feest zal weten te garanderen. Hoewel wij overtuigd „zijn van de goede bedoelingen van het bestuur der Stichting „stellen wij ons toch voor ter zake contact te houden en U op de „hoogte te stellen, indien zich ontwikkelingen mochten voordoen, „waarbij de uitgaven en/of de inkomstenzijde zodanige wijziging „mochten moeten ondergaan, dat er reden is opnieuw Uw Raad te „raadplegen". Deze aanvullende credieten zal men toe moeten staan, wanneer men thans het principe-besluit neemt. Nu zelfs van de zijde van Burgemeester en Wethouders nog deze restrictie wordt gemaakt, ziet spreker geen voldoende basis, waarop met enige zekerheid en veiligheid gestart kan worden. Iedere bijzondere gebeurtenis noopt de Raad om te zien naar meestal pijnlijke middelen om het be grotingsevenwicht te herstellen: nog op deze zelfde agenda staat een voorstel om de tarieven voor gas en electriciteit te verhogen. Onder deze omstandigheden acht spreker het niet verantwoord een nadelig saldo voor deze feesten te riskeren. Spreker kan wel met het betoog van de heer Veldkamp instem men, wanneer deze zegt, dat voor rekening van de Stichting zou moeten worden gebracht een bepaalde huur voor de electrische verlichting en dat deze mede moet betalen in de aanleg van som mige paden in het Valkenberg, waarnaast nog een uitgave komt van f 40.000.- voor de recette-verzekering. Spreker stelt zich ech ter voor, dat de Stichting nog niet op deze uitgaven gerekend heeft en vraagt zich dus af, of het aangevraagde rekening-courant- crediet dus eigenlijk niet voor deze uitgaven reeds nu verhoogd moet worden. In zekere zin is het ook hetzelfde of de Stichting dan wel de gemeente dit betaalt, want de gemeente is de eigen lijke financier van de feesten, en aan haar wordt een crediet ge vraagd zonder dat er enige zakelijke zekerheid tegenover staat. Onder deze omstandigheden, waarbij zo weinig gegevens over de financiering ter beschikking staan, kan spreker zijn stem aan het voorstel niet geven. Hier naast staan nog andere bezwaren, welke echter reeds in de vorige vergadering naar voren zijn gebracht. Spreker is het namelijk niet eens met de heer Veldkamp, dat deze festiviteiten niet in strijd zouden komen met het regeringsbeleid van versobe ring in de consumptieve sfeer. De regering heeft iedereen ge vraagd de consumptie te beperken en hij acht het daarom onge wenst, dat de gemeente een beslissing neemt, welke juist een ver hoging van de consumptie tengevolge zal hebben. Ook is dit onjuist, nu de meeste gezinnen niet meer kunnen rondkomen. De gezinnen hebben dan ook geen geld meer over om te kunnen feesten. Het is nodig dat zij zich op dit gebied beper ken, omdat er andere consumptieve uitgaven zijn, veel nuttiger en van veel meer belang, welke anders in gevaar worden gebracht. Ook op deze overweging is voor spreker het voorstel niet aan vaardbaar.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 162