168
11 APRIL 1951
Spreker vraagt zich af, of deze gelden niet beter op een andere
wijze besteed kunnen worden.
Woningbouw, waarbij de financiering zo veel moeilijkheden op
levert, is veel noodzakelijker. Spreker acht het niet verantwoord,
deze gelden nu te steken in een zaak, die misschien kan slagen
maar waarover geen zekerheid gegeven kan worden.
De heer Toxopeus heeft er reeds op gewezen, dat zullen de
feesten slagen, en zal dus het daarin gestoken geld weer terug
vloeien dan het feestterrein gemiddeld door 10000 bezoekers per
dag bezocht moet worden, en wel gedurende ongeveer 8 weken.
Spr. gelooft niet dat een zo groot aantal bezoekers te verwachten is.
Spreker acht zich niet geroepen de werkzaamheden, die voor de
feesten in het Valkenberg nodig zullen zijn, nader te bespreken.
Hij merkt slechts op, dat hij weinig resultaat verwacht van het
plan om de klanten van de dienst voor Sociale Zaken hierbij te
werk te stellen, omdat de meesten hiervan niet geschikt zullen
zijn voor dit vakmanswerk.
In tegenstelling tot de heer Jongbloed meent spreker, dat men
van particuliere zijde zich zal onthouden van deelname aan het
garantiefonds.
Uiteraard kan men dit voorstel van Burgemeester en Wethou
ders van verschillende zijden bezien.
De tegenstanders van het voorstel hebben het voordeel, dat zij
zich kunnen beroepen op de slechte economische toestanden, zowel
hier als elders in Europa. Dit kunnen de voorstanders niet. Dit
allies bijeen heeft spreker doen besluiten het voorstel van Burge
meester en Wethouders niet te steunen.
De heer SCHIJEN wil een enkele opmerking maken over het
algemeen facet van dit voorstel.
Inderdaad is het nodig, en is ook van regeringswege gevraagd,
dat een ieder zich beperkingen oplegt. Deze versoberingen zijn ech
ter van geheel andere aard dan thans is beweerd.
Wanneer gezegd wordt, dat vele gezinnen de eindjes niet meer
aan elkaar kunnen knopen, dan vraagt spreker zich af, of dit
niet veelal door ondoelmatig financieel beheer van huishoudgelden
wordt veroorzaakt. Spreker althans gelooft niet, dat het nodig is,
dat men elke week, en zelfs meerdere malen per week, naar de
bioscoop gaat en dat men op de gewone Zondag slagroomtaartjes
gaat halen. De versoberingsactie heeft op deze dingen betrekking.
In het normale doen van iedere dag moet men zich beperkingen
opleggen. Wanneer er echter een reden is om te feesten, dan
moet zulks doorgaan, en spreker gunt iedereen gaarne een goed
voorzien familiefeest. Dat is van groot belang: voor ieder per
soonlijk, maar ook voor de gemeente.
Daarnaast worden door de feesten 1952 de economische belan
gen van de gemeente gediend, door in navolging van hetgeen het
Rijk doet, gelden uit te geven voor het bevorderen van het toe
risme.
Spieker zal voor het voorstel stemmen.
De heer BRINKERHOF is voor het voorstel, al kan hij de ge
dachtegang van de heer Schijen niet geheel volgen. Spreker wil
vooropstellen: dit feest is van geheel ander karakter dan een
kermis. Het zal op een cultureel-verantwoord peil staan, en zal
verheffend kunnen werken.
Voor de tegenstanders is vooral de financiële zijde van groot
belang. Men is bang, dat de gemeente een geldelijke strop zal lij-