11 APRIL 1951
173
houden van de andere daarmee samenhangende problemen, wat
echter niet steeds mogelijk zal zijn.
Spreker kan het uitvoerig betoog van de heer Veldkamp onder
schrijven, dat het niettegenstaande de moeilijke economische situ
atie toch alleszins verantwoord is deze feesten te laten doorgaan.
Inderdaad moet men niet spreken van een consumptie-verhoging,
maar van een consumptie-verschuiving.
Het ligt in de aard van de mens, dat hij regelmatig een zeker
bedrag zal besteden voor vertier en vermaak. Men zal ook in
1952 op vacantie gaan en laat Breda nu trachten deze mensen
aan te trekken. Spreker mag als bekend veronderstellen, dat Breda
voor Nederlanders en vreemdelingen een aantrekkelijk oord is.
Wanneer hier in 1952 de poorten worden opengezet voor Breda-
Oranjestad, dan zullen velen deze gelegenheid benutten en Breda
bezoeken. Daarnaast mag niet uit het oog verloren worden, dat
bewuste goodwill-vorming voorop is gesteld. De feesten 1952 zul
len zeker ontspanning brengen, doch dit niet alleen, want ook de
culturele zijde zal hierin een grote rol spelen, wat voor Breda,
voor Nederland en zelfs in internationaal verband van belang is.
Dat de credieten voor de verbetering van het Valkenberg tege
lijkertijd met die voor de feesten zijn aangevraagd, mag niet tot
misverstand aanleiding geven. Tot op zekere hoogte is er wel ver
band, echter slechts voor zover bij de voorbereiding van de fees
ten er van wordt uitgegaan, dat het Valkenberg eens goed onder
handen wordt genomen. Dit is nodig, ook wanneer geen feesten
worden gehouden. De verbeteringen zouden reeds aangebracht zijn,
wanneer allerlei omstandigheden deze werkzaamheden niet had
den verhinderd. Het is dus niet juist te spreken van een bedrag
van f 700.000.—, dat voor de feesten wordt gevraagd. Men moet
de kosten voor het Valkenberg gescheiden houden van die voor
de feesten.
Aan arbeidsloon zal besteed worden een bedrag van ongeveer
f 80.000.Spreker hoopt dat een aanzienlijk gedeelte hiervan
niet ten laste van de gemeente zal komen, omdat vermoedelijk dit
werk door de D.U.W. kan worden uitgevoerd, met inschakeling
slechts van enige werklieden van de gemeente als voorwerkers.
Wat de recette-verzekering betreft, is spreker bang, dat er
toch wel enig misverstand bestaat. Het kan uiteraard naar
sprekers mening niet zo zijn, dat men zonder meer de inkom
sten zeker kan stellen. Dat men deze dan wat hoger taxeert en
f 5000.- meer aan verzekeringspremies betaalt: men heeft dan
de grote verzekeringssom er ook uit. Zulks is echter een verhaal,
dat op 1 April kan worden verteld. Spreker gelooft, dat een
recette-verzekering in absolute zin niet mogelijk is, wel voorwaar
delijk, wanneer zich dus bepaalde omstandigheden voordoen (b.v.
veel regenval en een oproer). Wanneer de belanghebbenden even
veel vertrouwen zullen hebben in het welslagen van deze feesten
als Burgemeester en Wethouders, zullen zij meent spreker
zeker bereid zijn in het garantiefonds deel te nemen. Wanneer
spreker niet het vertrouwen bezat, dat het in rekening-courant-
crediet uitgeleende bedrag van f 300.000 zal worden terugbetaald,
dan zou hij niet voor dit voorstel zijn geweest.
De heer Vermeulen meent, dat het niet verantwoord is deze
grote bedragen beschikbaar te stellen nu de gegevens omtrent de
verwachte uitgaven van de Stichting ontbreken. Spreker gelooft,
dat het inderdaad voor de Stichting niet doenlijk is thans deze uit
gaven te preciseren. Zij limiteert de plannen wel in die zin, dat