12 APRIL 1951 187 wordt bijgebouwd. Spreker vraagt door wie en voor wiens rekening dat geschiedt. Wethouder VAN HAPEREN antwoordt, dat de heer van Bilsen een drukke zaak bezit tengevolge waarvan deze over te weinig be drijfsruimte kan beschikken. Daarom moest hij gaan verbouwen, het geen 9000.kostte. Het is echter moeilijk bouwen op de grond van een ander. Omdat de gemeente bedoelde grond bezat, heeft ze deze aan hem overgedragen. Het is voor v. Bilsen gemakkelijker te bouwen op eigen grond. De bouwkosten komen evenwel ten zijnen laste. De bijliggende boomgaard blijft eigendom van de gemeente. De heer DRION vindt het niet juist, dat de gemeente in dit geval als hypotheekneemster optreedt. Was het niet mogelijk, dat v. Bilsen hypotheek aan derden had gegeven Wethouder VAN HAPEREN antwoordt, dat het aanvankelijk de bedoeling was Van Bilsen de grond in erfpacht te geven. Deze man heeft 20.000.bedrijfskapitaal nodig. Op een gegeven moment voelden Burgemeester en Wethouders meer voor een hypothecair verband dan voor erfpacht. De heer DRION merkt op, dat de gemeente op de voorgestelde wijze blijft zitten met een administratieve post. Wethouder VAN HAPEREN antwoordt, dat de zekerheidstelling, die v. Bilsen geeft, voor de gemeente aanvaardbaar is, daar deze bezig is op de grond een pakhuis te bouwen, dat reeds bijna onder de kap is. De heer DRION zegt, dat v. Bilsen had moeten trachten van derden hypothecaire gelden te verkrijgen. Een dergelijke transactie ligt niet op de weg van de gemeente. Wethouder VAN HAPEREN antwoordt, dat v. Bilsen zich aanvan kelijk in verbinding heeft gesteld met de Boerenleenbank. Aangezien het onderpand niet groot genoeg was, mislukte deze poging. De heer DRION merkt op, dat, indien een andere hypotheeknemer meent, niet voldoende zekerheid te krijgen, deze door de gemeente evenmin genomen kan worden. De VOORZITTER concludeert, dat de Raad niet voor het verlenen van een dergelijke hypotheek is. Burgemeester en Wethouders zulien deze conclusie aan het onderhavige voorstel verbinden. Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeenkomstig het voorstel. 28. Begrotingswijziging 1951. (Bijlagen 1951, no. 157). Dienovereenkomstig wordt besloten. 29. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aangaan van een overeenkomst tot vaststelling van de voorwaarden, waar op met de Burgerlijke Instelling voor Maatschappelijke Zorg te Breda geldleningen zullen worden aangegaan. (Bijlagen 1951, no. 158).

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 187