196
12 APRIL 1951
Heukelom, die de gemeente terzake adviseert, is onlangs hiervoor
naar Den Haag geweest. Betaalt het Rijk 50% der kosten, dan zal
ook de Provincie haar aandeel bijdragen. Op deze basis durft spreker
de restauratie aan. Hij verzoekt dus de Raad, indien het Rijk ge
negen is 50% der kosten op zich te nemen, de nodige gelden voor
te schieten, opdat met de werkzaamheden voortgang gemaakt kan
worden, daar anders de mogelijkheid bestaat, dat bij storm de
torenspits wordt afgerukt.
De heer WEZENBEEK memoreert de Voorzitter aan diens toe
zegging met de Raad de toren te bezichtigen.
De VOORZITTER zal aan deze toezegging gevolg geven op een
dag van windstilte.
Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeenkomstig
het voorstel.
Bovendien machtigt de Raad de Voorzitter met de restau
ratiewerkzaamheden verder te gaan, indien het Rijk bereid
is 50% der kosten voor zijn rekening te nemen.
Wethouder MEYS verzoekt de Raad goed te keuren, dat voor de
bouw van een lOOtal huizen een geldlening wordt aangegaan bij de
Fa. F. Berger en Co. N.V. groot 1.500.000.-, tegen 3%% rente
's-jaars en met een looptijd van 30 jaren. Deze lening wordt aan
gegaan overeenkomstig de Rijksregeling.
De heer VELDKAMP zegt, dat de Raad slechts verheugd kan zijn
over deze mogelijkheid.
Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeenkomstig
het verzoek van wethouder Meys.
Wethouder MEYS verzoekt de Raad vervolgens goed te keuren,
dat het rekening-courant crediet bij de N.V. Bank v. Nederlandse
Gemeenten gedurende de maanden April en Mei wordt verhoogd van
1.500.000.- tot 4.000.000.-. Het is de bedoeling der Bank de ge
meente eventueel bij financiële moeilijkheden tegemoet te komen.
Zonder verdere bespreking hecht de Raad ook zijn goed
keuring aan dit verzoek van wethouder Meys.
Wethouder VAN HOUTEN zegt, dat het noodzakelijk is dat de
Centrale Werkplaats wordt uitgebreid met een nieuwe afdeling,
waarin precisie-arbeiders van de Hispano Suiza „Nederland" N.V.
kunnen worden opgeleid. De huidige Centrale Werkplaats is hier
voor ongeschikt. Daarom hebben er te dien aanzien enige bespre
kingen plaats gevonden tussen diverse heren van het Dep. van
Sociale Zaken en spreker. Hierbij werd naar voren gebracht op welke
wijze het voordeligst in het ruimtetekort voorzien kon worden. Het
Rijksarbeidsbureau voelde aanvankelijk niet veel voor een financiële
bijdrage, daar het van oordeel was dat de opleiding slechts voor de
duur van 1 jaar zou zijn. Hiertegen werden van gemeentewege de
nodige argumenten aangevoerd. Spreker is met de Burgemeester
voor deze zaak naar Den Haag geweest, waar zij trachtten te be
reiken, dat het Rijk voor uitbreiding der Centrale Werkplaats zou
zorgdragen. Men toonde daar echter aan, dat de gemeenten de Rijks
werkinrichtingen moeten bouwen. Van gemeentezijde werd aange-