198 12 APRIL 1951 mensen grond onder de voeten metaalbewerker te worden. Aan der gelijke arbeiders is een groot tekort. De heer COSIJN gaat met het voorstel van wethouder Van Hou ten aeeoord. Het contact met andere metaalindustrieën zou dieper gelegd moeten worden. Als de Hispano Suiza begint te werken, zal ze arbeiders nodig hebben. Het gerucht gaat, dat ze arbeiders uit andere Bredase bedrijven zal aantrekken. Hij verzoekt Burgemeester en Wethouders de Di rectie van de Hispano Suiza ertoe te bewegen terzake met de andere Bredase bedrijven contact op te nemen. De Bredase bedrijven heb ben een mondeling contract dat ze zonder overeenstemming geen arbeiders van elkaar zullen aftrekken. Mejuffrouw KOPPELAAR meent te weten, dat de Rijkswerk plaats reeds bezig is met herscholing van werkkrachten voor de Hispano Suiza. Het opmerkelijke hiervan is, dat de meeste leerlingen van buiten Breda moeten worden aangetrokken. Ze komen zelfs uit Zeeland. Het is toch de bedoeling zoveel mogelijk werkkrachten uit Breda aan te trekken? Is dit in Breda wel genoegzaam bekend? Wethouder ROMSOM antwoordt, dat de Hispano Suiza behoefte heeft aan precisie-arbeiders. Binnenkort zullen de leidende figuren van deze N.V. naar Breda komen. Na in Zwitserland de nodige in structies ontvangen te hebben, zullen zij zich hier vestigen. Het andere personeel zal zoveel mogelijk uit eigen plaats aangetrokken worden. In deze werkplaats zullen dus arbeiders uit Breda en om geving een opleiding ontvangen. Mejuffrouw KOPPELAAR vraagt of Breda een Rijkswerkplaats bouwt voor andere gemeenten. De VOORZITTER zegt, dat de Hispona Suiza binnen korten tijd over precisie-arbeiders moet kunnen beschikken. Het is echter uit eindelijk altijd zo, dat degenen die het dichts bij het vuur zitten zich het best kunnen warmen. Spreker kan niet toezeggen dat al leen Bredase jongens tot de nieuwe afdeling der werkplaats toege laten zullen worden. Spreker kan ook de door de heer Cosijn ge vraagde bemiddeling niet toezeggen. Hij steekt zijn hand liever niet in een wespennest. Hij verzoekt daarom de heer Cosijn die was zelf te wassen. Momenteel kunnen de Bredase industrieën van de Hispano Suiza wel enige hinder ondervinden, doch later hebben ze er mis schien veel plezier van. Er komt nog wel eens een tijd, dat er aan deze goede buurman iets verdiend kan worden. De heer COSIJN juicht het onderhavige voorstel toe. Spreker vraagt welke personen als leerkrachten aangesteld zullen worden. De VOORZITTER antwoordt, dat het Rijk de leerkrachten aan stelt. De gemeente staat hier buiten. In Rotterdam is deze week een school voor precisie-arbeiders geopend. Toen spreker deze gebeurte nis vernam, hoopte hij, dat Breda Rotterdam op de voet zou volgen. Het Rijk staat geheel achter deze zaak. Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeenkomstig het voorstel van wethouder Van Houten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 198