200 12 APRIL 1951 en de Haven dan ook slechts driemaal van de bewoners een op dracht tot ontratting gehad. Slechts waar de vroegere dempingswerkzaamheden geëindigd zijn, ter plaatse van de voormalige Tolbrug, is een aarden talud, dat in verband met het tijdelijke karakter ervan, slechts primitief is af gewerkt en waarvan gezegd kan worden, dat er gemakkelijk ratten verblijven. Aangezien er ook inderdaad sporen waren aangetroffen heeft daar en in de hiervoor in aanmerking komende rioolmonden nog dit voorjaar een intensieve rattenbestrijding plaats gevonden. Toegegeven wordt, dat op grotere afstand van de Haven de rat ten meer last veroorzaken, doch daar gebleken is, dat hier de zwarte rat meer voorkomt, dan de bruine of waterrat, is dit een indicatie te meer, dat de aanwezigheid van de Haven daarbij geen rol speelt. Wij menen dan ook, dat er geen aanleiding bestaat voor de be woners van de Visserstraat en andere in de omgeving van de Haven liggende straten een uitzondering te maken t.a.v. de betaling der kosten der ontrattingen. Wel kan worden toegezegd, dat de openbare wateren en gronden goed onder toezicht zullen worden gehouden. Vraag: De heer Koertshuis zegt, dat het hem is opgevallen, dat de be zuiniging op de straatverlichting in de ene straat zeer verschilt van de andere; hier is nog steeds volop licht en ginds zijn de wijken geheel in het donker. Kan in deze een betere regeling worden ge troffen In het bijzonder verzoekt hij, dat voldoende verlichting blijft in straten, die voor wegherstellingen zijn opgebroken. Antwoord: Niet in alle straten kon de minimumbeperking van de straatver lichting worden toegepast i.v.m. het verkeer. Waar weinig verkeer is, brandt ook in de avonduren alleen de nachtverlichting. Waar meer verkeer is, brandt de nachtverlichting en een gedeelte van de avondverlichting, terwijl, waar zulks i.v.m. het drukke verkeer noodzakelijk is of waar de totale verlichting zelfs minimaal is, de avondverlichting in de avonduren normaal wordt ontstoken. Hoewel gestreefd wordt naar een maximale beperking, mag dat niet gaan ten koste van de veiligheid van het verkeer. Overigens zouden wij de heer Koertshuis die thans lid is van de Verkeerscommissie, in overweging willen geven aangelegenheden als deze in de Verkeerscommissie ter sprake te brengen, welke com missie een zodanige ruime taakomschrijving heeft, dat de behan deling van onderwerpen als hier bedoeld tot haar normale taak moet worden gerekend. Vraag: De heer Van Swol vraagt hoe het staat met het geval de Fremery aan de Dr. Batenburglaan. Antwoord De heer de Fremery heeft een nieuwe woning gekocht aan de Heuvelstraat en deze ter beschikking gesteld van de Gemeente tot leniging van de woningnood. In verband hiermede is hem in zijn pand in de Dr. Batenburglaan vrijstelling van inwoning verleend. Mejuffrouw Koppelaar vraagt bijzondere aandacht voor verbe- Vraag:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 200