12 APRIL 1951 201 tering der straatverlichting in de Oranjeboomstraat en het West einde. Dit is om veel redenen, ook op zedelijk gebied, gewenst. Antwoord Met de verbetering van de straatverlichting in het Westeinde (wijk begrensd door de Haagweg, Rijnstraat, Amstelstraat en Oos terstraat) is op 22 Februari 1951 een aanvang gemaakt en deze zal omstreeks midden Maart 1951 worden beëindigd. De verlichting in de Oranjeboomstraat is reeds geheel gemoderni seerd; de betreffende werken werden op 27 Januari 1951 beëindigd. Vraag: De heer Braakhuis verzoekt ter hoogte van het huis van de ge meente-secretaris een verkeersbord aan te brengen om de uitweg via de linkerzijde van de J. W. Frisolaan naar de Baronielaan te ver hinderen. Antwoord De beide thans in gebruik zijnde rijbanen van de J. W. Frisolaan zijn bedoeld als parallelwegen naast de hoofdrijbaan. Het is de be doeling, dat deze parallelwegen in beide richtingen mogen worden bereden. Bij deze wegen moeten dan ook borden worden geplaatst volgens model 43 van de bijlage van het Wegenverkeersreglement, hetgeen door de dienst van Openbare Werken zal g-eschieden. Daar de Rijkswaterstaat niet bereid is om een of meer doorgangen te maken door het plantsoen tussen de beide rijbanen (toekomstige hoofdrijbaan), zou een invoering van éénrichtingverkeer op de beide thans in gebruik zijnde rijbanen een grote overlast betekenen voor de bewoners en bezoekers van de flats en huizen langs deze laan, terwijl bovendien de kruispunten Baronielaan en Ginnekenweg met de J. W. Frisolaan nog meer zouden worden belast door wielrijders en voer tuigen, die dan rond zouden moeten rijden. De huidige toestand levert tot nu toe geen bezwaren op. Vraag: De heer Wezenbeek merkt op, dat op veel punten in de stad op de trottoirs melkbussen en melkflessen worden geplaatst. Hij acht zulks niet in het belang van de volksgezondheid in verband met opwaaiend stof en mogelijke bevuiling door honden. Voorts verzoekt hij maat regelen te nemen, opdat de openbare weg niet langer wordt gebruikt als opslagplaats van melkbussen en melkflessen. Antwoord: Wanneer de weg als opslagplaats wordt gebruikt wordt hiervoor desnoods bekeurd. Daar de melkfabrieken echter tijdens de sneeuw- en vorstperioden in hun vervoer zeer gehandicapt worden, omdat de melkbezorgers slechts kleine hoeveelheden tegelijk mede kunnen nemen, werd deze winter door de fabrieken op verschillende plaatsen melk neergezet, die dan door de melkbezorgers werd opgehaald. Vanzelfsprekend werd in der gelijke omstandigheden hiertegen niet opgetreden. Maatregelen lijken ons niet noodzakelijk. Het is natuurlijk wel mogelijk, dat de op de weg geplaatste rekken wel eens door honden bevuild zouden kunnen worden. Dit is niet fris, maar er is weinig aan te doen. Voor zover het lege flessen betreft behoeft zo deze door honden of door het opwaaien van stof bevuild zouden worden voor geen enkel gevaar of nadeel voor de volks gezondheid gevreesd te worden, omdat bij terugkeer aan de fabriek de flessen afdoende worden gereinigd. Deze ondergaan vijf verschil lende behandelingen voor ze weder gevuld worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 201