210
16 MEI 1951
zorgd, dat hij morgen deze kwestie te Roosendaal kan bespreken.
Is dit nodig, dan zal hij ook nog zelf naar het ministerie gaan.
De heer VAN EGERAAT verzoekt de ten oprechte in de notulen
van 11 April, blz. 171, 3e alinea, opgenomen woorden „waarbij een
gedeelte te loor gaat" te schrappen.
De heer VAN SWOL verzoekt in de notulen van 11 April alsnog
op te nemen, dat hij naar aanleiding van de opmerking van de
heer Schijen over de mensen die slagroomtaartjes eten heeft
gevraagd, welke bevolkingsgroep deze daarmede op het oog had.
Met inachtneming van de door de heer Van Egeraat
gevraagde verbetering en de door de heer Van Swol
verzochte aanvulling worden de notulen van 15 Maart,
11 en 12 April 1951 vastgesteld en goedgekeurd.
2. Berichten van Gedeputeerde Staten houdende goedkeuring
van raadsbesluiten.
1. Schrijven van Gedeputeerde Staten van 11 April 1951, G
nr 2320/3475, waarbij wordt ingestemd met de raadsbesluiten van
15 Maart 1951 strekkende tot het van overeenkomstige toepassing
verklaren van het Toelagebesluit 1951, het Uitkeringsbesluit en
het Verhogingsbesluit 195Ó.
2 Schrijven van Gedeputeerde Staten van 11 April 1951, G nr
6726, waarbij goedkeuring wordt verleend aan het raadsbesluit van
18 Januari 1951, betreffende de aankoop van de percelen weiland
en weg, kadastraal bekend, gemeente Breda, sectie E nrs 117 en
118, resp. groot 2.23.90 ha en 0.04.25 ha, van P. J. Nooren, wonende
te Breda, Liesboschstraat 45.
3. Schrijven van Gedeputeerde Staten van 25 April 1951, G
nr 7771, waarbij goedkeuring wordt verleend aan het besluit van
Burgemeester en Wethouders van 23 Januari 1951, betreffende de
verkoop ten behoeve van de bouw van een garage en de aanleg van
een uitrit, aan de heer J. v. d. Palen, Brabantlaan 22 te Breda, van
een gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente Breda,
sectie D nr 6085, groot 4.5 m2.
Deze berichten worden voor kennisneming aangenomen.
3a. Schrijven van Z.H. Excellentie Mgr. Jos Baeten, Bisschop
van Breda, waarbij dank wordt gebracht voor de herdenking van
wijlen Z.H. Excellentie, Mgr. P. Hopmans.
Dit schrijven wordt voor kennisgeving aangenomen,
3b. Schrijven van Burgemeester en Wethouders betreffende
het straatverlichtingsplan 1951. (Bijlagen 1951 no.' 169.)
De heer DE ROOS vraagt of hij kan aannemen, dat onder „diver
se werken" begrepen is de aanleg van de straatverlichting in de
Laan van Mertersem. Een behoorlijke verlichting van deze verbin
dingsweg tussen Princenhage en het Hcuvelkwartier zal door de
bevolking van Princenhage op prijs worden gesteld.
De VOORZITTER zegt met deze wens zoveel als het mogelijk is
rekening te zullen houden.