214
16 MEI 1951
De daarachter gelegen gronden zouden mogelijk zij het tegen
een lager tarief in de belasting betrokken kunnen worden.
Spreker hoopt, dat met deze gedachte rekening kan worden ge
houden.
De heer VERSCHUREN ondersteunt de opmerking van de heer
Dirven. Het is spreker bekend, dat in een bepaald geval van een
eigendom, dat voor 33.is verhuurd, een aanlegbelasting kan
worden geheven van 35.terwijl een daarachter liggende boer
derij, met 30 bunder gronds, niet wordt aangeslagen.
V
De heer JONGBLOED hoopt, dat naar een oplossing in deze zal
worden gezocht, doch hij weet niet, of de gemeentewet het toelaat
de niet aan de weg liggende gronden in de aanlegbelasting te be
trekken.
Spreker is het grote verschil opgevallen, tussen de belasting
voor de percelen, aan na 1 Juli aangelegde wegen, en de andere
percelen. Op een grens liggen altijd moeilijkheden. Waar de kosten
voor de aanleg' al geruime tijd gestegen zijn, profiteren de eigen
dommen van de in de laatste tijd aangelegde wegen, wel erg veel
van de tot nu geldende tarieven.
Had dit voorstel niet veel eerder moeten komen?
Wat is voorts het verschil tussen de straat- en deze aanlegbelas
ting? Worden beide belastingen van dezelfde eigendommen ge
heven? Hoe is de verhouding tot de gronden in het Heuvelkwar
tier, waar de straataanleg in de verkoopprijzen van de grond wordt
verdisconteerd
Voorts vraagt spreker, of in de straatbreedte de trottoirs zijn
inbegrepen.
Wethouder MEIJS antwoordt, dat het goed is in de bespreking
van de aanlegbelasting mede de bouwexploitatieverordening te be
trekken. Volgens deze laatste worden de kosten voor aanleg over
een gehele sector omgeslagen, terwijl de aanlegbelasting alleen
drukt op de langs een nieuw verharde weg liggende percelen. Vol
gens deze aanlegbelasting kan men niet verder gaan. Spreker
geeft de heren Dirven en Verschuren toe, dat dit systeem niet ge
heel en al bevredigend is. Men zou dit kunnen trachten te regelen
door in overleg te treden met alle belanghebbenden, doch dan heeft
men geen gemeentelijke belastingheffing meer, en bij moeilijkheden
zou de gemeente zijn vordering moeten realiseren door middel van
een civielrechtelijke procedure. Bovendien kan een persoon, die met
wil meewerken, het beoogde doel voor de bepaalde straataanleg
verijdelen.
Het is niet de bedoeling reparaties aan de weg als verbetering
aan te merken: deze behoren tot het normale onderhoud, zodat
deze geen extrakosten voor de aanliggende percelen met zich mede
brengen.
Wat het tijdstip van in werking treding betreft, kan spreker toe
geven, dat het mogelijk was geweest reeds eerder een tariefwijzi
ging voor deze belasting aan de Raad voor te leggen. Anderzijds
lijkt het hem toch redelijk, dat bij de oplopende kosten is gewacht,
totdat zeker was, dat een nieuw kostenniveau was bereikt. Het tijd
stip daarvoor is steeds moeilijk te bepalen. Het lijkt spreker niet
doenlijk een soepeler overgang te maken. Zulks zou te veel admini
stratieve werkzaamheden met zich medebrengen. Dat de tarieven
dezer belasting soms onbillijk werken, wil spreker niet ontkennen,