16 MEI 1951
217
niet eens, dat dit werkobject te zware arbeid zou eisen van deze
werklozen. Spreker herinnert zich, hoe vroeger turfsteken als het
slechtste werk werd beschouwd. Hij kende een oudere man, die dit
werk nog al eens deed en hem eens zeide: „het hangt van je zelf
af, of een werk zwaar of licht is''. Onder de gegeven omstandig
heden, mag worden aangenomen, dat de opzichters (die toch ook
mensen zijn, en die de arbeidskrachten kennen) het tempo niet te
hoog zullen opvoeren.
De heer Verschuren heeft de kosten hoog genoemd: de ervaring
heeft aan spreker geleerd, dat de uitvoering in werkverschaffing
steeds duur is en het is daarom beter een ruime begroting op te
zetten, waarop wordt overgehouden, dan dat later een aanvullend
crediet moet worden gevraagd.
Inderdaad moeten de eigenaars of pachters van de percelen de
sloten schoonhouden en oefent het waterschap hierop toezicht uit.
In dit werk zullen wel zijn betrokken de openbare waterlopen en
die waterlopen en sloten, welke op gemeente-eigendom liggen: voor
beide groepen geschiedt het beheer ten laste van de gemeente.
Waar het hier gaat om een sociale werkvoorzieningsregeling,
beveelt spreker aan dit voorstel, gedaan in het belang van werk
lozen, te aanvaarden.
De heer VERSCHUREN zegt nog geen antwoord te hebben ge
kregen op zijn vraag naar de breedte en diepte der sloten. Normaal
wordt gerekend op 2.per strekkende meter, volgens deze
raming komt dit werk echter op 7.50 de strekkende meter. Dit
vindt spreker een abnormaal hoog bedrag.
De heer BREKELMANS vraagt, of een post voor dit werk niet
reeds op de begroting had moeten staan. Het betreft toch een
werk, waartoe de gemeente verplicht is en dat te voorzien was.
De heer BRINKERHOF is bevreesd, dat de Heidemaatschappij
niet zal toestaan, dat dit werk wordt uitgevoerd op de wijze, als
door de Voorzitter geschetst. De opzichters bij het werk zijn, ook
voor het werktempo, weer verantwoording aan anderen verschul
digd. Bij spreker blijft daarom de vrees bestaan, dat deze groep
werklozen te zware arbeid zal worden opgedragen.
De heer JONGBLOED zegt geen antwoord te hebben gekregen
of dit werk uitsluitend gemeente-sloten betreft of niet.
Als niet vaststaat, dat van andere belanghebbenden een billijke
bijdrage in de kosten wordt ontvangen, dan heeft spreker bezwaar
tegen dit voorstel.
Het is hem opgevallen, dat het oordeel van de betrokken plaatse
lijke commissie niet eenstemmig vóór dit werkverschaffingsobject
was. Werd dit door dezelfde bezwaren, als in deze Raad naar voren
gebracht, veroorzaakt
De VOORZITTER zegt zo veel mogelijk de Raad te willen in
lichten, doch op enkele concrete vragen moet hij het antwoord
schuldig blijven, omdat de heer Romsom, die thans niet aanwezig
is, met de voorbereiding van dit voorstel was belast.
Aan de heer Brekelmans kan hij antwoorden, dat het normale
jaarlijkse onderhoud van dergelijke sloten moet worden onder
scheiden van het meer grondige opschonen, herstel van de kanten
e.d. Zulks pleegt slechts af en toe te gebeuren, b.v. eens in de 7 of