16 MEI 1951 223 meente grote behoefte heeft aan een goede kwekerij, omdat vooral in verband met de aanleg van nieuwe wijken, de gemeente moet kunnen beschikken over bomen, welke reeds enige jaren oud zijn en welke het goedkoopste worden gekregen wanneer zij in een eigen kwekerij worden gekweekt. Zonder verdere beraadslaging wordt overeenkomstig dit voorstel besloten. 32. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van het Ambtenaren- en Werkliedenreglement en tot vaststelling van een wachtgeldverordening. (Bijlagen 1951, no. 202.) De heer JONGBLOED zegt, dat dit voorstel wel een bevredigende regeling zal bieden, omdat het vooraf behandeld werd in de com missies van het Georganiseerd Overleg. Hij zou echter gaarne wor den ingelicht waarom de ambtenaren, die uit een nevenbetrekking op wachtgeld worden gesteld, zo'n veel ongunstiger regeling hebben dan de anderen. Zij krijgen slechts 3 maanden wachtgeld voor elk jaar, dat zij dienst deden. Voorts vraagt hij, of tegen de beslissingen van Burgemeester en Wethouders op enigerlei wijze beroep mogelijk is en zo ja, bij wie. De VOORZITTER zegt, dat van de beslissingen van Burgemeester en Wethouders ingevolge de wachtgeldregeling beroep mogelijk is bij de ambtenarenrechter. Wethouder MEIJS antwoordt, dat de wijziging in de wachtgeld verordening ten aanzien van de regeling bij ontslag uit een neven betrekking is overgenomen uit het Rijkswaehtgeldbesluit. Hij gelooft niet, dat een gunstiger regeling verwezenlijkt kan wor den. In dat geval zouden de vertegenwoordigers van de vakorganisa ties daarop hebben gewezen. Hij acht het overigens begrijpelijk, dat een verschil wordt ge maakt tussen een hoofdbetrekking en een betrekking waaruit slechts bijverdiensten werden verkregen. De heer VAN SWOL stelt het op prijs indien belangrijke stukken als deze tijdiger aan de Raad ter bestudering worden toegezonden. Het is vrijwel ondoenlijk, in vijf dagen tijd dergelijke ontwerp-rege- lingen grondig te bestuderen. De VOORZITTER zegt dat aan dit verzoek zoveel mogelijk zal worden voldaan. Zonder verdere beraadslaging wordt overeenkomstig dit voorstel besloten. 33. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het vaststel len van een tijdelijke uitkeringsregeling voor enige groepen van gemeentepersoneel. (Bijlagen 1951, no. 172.) 34. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verlenen van een vergunning voor het medegebruiken van een spoorwegver binding aan de N.V. „Linthorst Koelhuis en Ijsfabrieken". (Bij lagen 1951, no. 203.) Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 223