252 13 JUNI 1951 gelegenheid gehad het agendapunt geheel en al te bestuderen. Spreker heeft er bezwaar tegen één post als begrotingswijziging te accepteren. Dit is de post inzake het t.b.c. onderzoek. Hiervoor is indertijd een crediet ad 30.000.beschikbaar gesteld. Intussen heeft de Raad gevraagd naar een verslag over het verloop van dit onderzoek. De leden hebben wel in de dagbladen kunnen lezen, dat èn de deelneming èn de resultaten gunstig geweest zijn, maar ze hebben geen verslag van Burgemeester en Wethouders gezien, ter wijl thans gevraagd wordt het gevoteerde crediet met 22.000. te verhogen. Hij stelt voor deze wijziging uit de onderhavige wijzi ging te lichten en terzake een voorstel van Burgemeester en Wet houders af te wachten om het op zijn merites te kunnen beoordelen. Wethouder MEYS zegt. dat dit agendapunt de regularisatie be treft. De heer Jongbloed heeft bezwaar tegen de overschrijding van de post inzake het t.b.c. onderzoek. In verband met deze over schrijding verzoekt spreker Wethouder Romsom hierover het woord te nemen. Wethouder ROMSOM wijst erop, dat op voorstel van de heer Verhaak de bevolking op t.b.c. is onderzocht. Toen met de werk zaamheden een aanvang werd gemaakt, waren Burgemeester en Wethouders van oordeel wel enige financiële tegemoetkomingen van de Rijksverzekeringsbank en het Prophylaxe-fonds te zullen verkrijgen. Beide instellingen deelden het College mede, geen bij dragen te kunnen verlenen. Na lang praten bleek er toch nog een kans op succes aanwezig te zijn. Burgemeester en Wethouders zouden terzake nog enig bericht ontvangen. Toen het College enige tijd tevergeefs gewacht had, heeft het de Rijksverzekeringsbank om antwoord gevraagd. Deze instelling deelde mede, geen kans te zien enige tegemoetkoming te verstrekken. Ook het antwoord van het Prophylaxe-fonds kwam binnen. Het stond wel sympathiek tegenover deze actie maar kon geen bijdrage verlenen, daar het op de helling stond omgezet te worden in een praeventie-fonds. Deze omzetting zou ook een wijziging in het bestuur tengevolge hebben. Het bestuur van het prophylaxe-fonds dacht wel dat het praeven tie-fonds zijn standpunt zou delen, n.l. dat een financiële tegemoet koming afhankelijk was van de effectuering van het praeventie- fonds. Na de tot standkoming van dit fonds besloot het bestuur voor dergelijke doeleinden geen bijdrage te verstrekken. Hierin hebben Burgemeester en Wethouders echter niet berust. Het Col lege heeft nog getracht een weg te vinden, doch ook deze poging leed schipbreuk. De Gemeenteliike Geneeskundige Dienst was geen orgaan met een eieren autonomie. Het t.b.c. onderzoek behoorde tot de taak van deze dienst op grond waarvan geen uitkering verleend kon worden. Was deze dienst een organisatie met eigen statuten dan zou een uitkering mogelijk geweest ziin. Toen is het provin ciaal orgaan voor de t.b.c. bestrijding in de arm genomen. Dit orgaan heeft zich voor deze zaak beijverd. Ofschoon het diverse persoonliike bezoeken heeft afgelegd, kon het toch geen succes boeken. Zodoende is het College teleurgesteld in het verkrijgen van financiële tegemoetkomingen. Daar de Raad echter tot dit onder zoek had besloten, is het College ermee doorgegaan. Er bleek in dit onderzoek zoveel studiemateriaal aanwezig te zijn, dat men gemeend heeft daarvan een sociografisch verslag te moeten maken. Dit verslag heeft veel tijd en geld gekost. De overschrijding van de begrotingspost is dan ook voor een aanmerkelijk deel te wijten aan de kosten van de sociografische dienst. Uit deze uiteenzetting kan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 252