258
13 JUNI 1951
meer dezelfde prachtige resultaten bereiken, indien de kinderen
naar de Oranjeboomstraat moeten lopen. Spreker geeft toe, dat
het een groot bedrag is maar deze verplaatsing is zowel voor de
kinderen van het Westeinde als voor de Huishoudschool van groot
belang.
De VOORZITTER vraagt of de Raad met de gegeven toelichting
genoegen kan nemen.
De heer JONGBLOED persisteert bij zijn verzoek het voorstel
aan te houden, aangezien er thans bezwaren naar voren zijn ge
bracht. Spreker wil in de gelegenheid gesteld worden zich hierover
te beraden.
De heer SCHIJEN heeft in de vergadering van de Bouwcommis
sie persoonlijk gevraagd of het mogelijk is de barak voor de Huis
houdschool niet te verplaatsen. Omdat deze reeds een definitieve
bestemming heeft gekregen n.l. ten behoeve van het wijkwerk
in het Westeinde is zulks onmogelijk. Daarbij komt nog, dat
een gescheiden overplaatsing nog veel grotere kosten met zich
brengt, zodat het verstandig is thans beide barakken te verplaatsen.
Wethouder MEYS vindt het jammer dat de heer Jongbloed be
zwaar heeft. Spreker stelt de heer Jongbloed voor met hem ter
plaatse de situatie in ogenschouw te gaan nemen. Deze zal dan blij
zijn met het voorstel accoord te zijn gegaan.
De heer JONGBLOED handhaaft echter zijn voorstel.
Wethouder MEYS merkt op dat het onderhavige voorstel niet
aangehouden kan worden.
De VOORZITTER brengt hierna het voorstel van de heer Jong
bloed in stemming.
Uit deze stemming blijkt, dat het voorstel van de heer Jongbloed
met 9 tegen 23 stemmen is verworpen.
Tegen stemden de heren Van de Noort, Verschuren, Van Houten,
Van Bijnen, Van Gisbergen, Van Haperen, Kramers, Van Swol,
Peeters, Mol, Schijen, Dirven, Veldkamp, Verhaak. Me ijs, Van
Egeraat, Van Gils, de Roos, Drion, Braakhuis, v. d. Eeden, Koerts-
huis en Romsom.
Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeenkomstig
het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Mevr. SlotPlattel en de heren Brinkerhof, Minderhoud, Ver
meulen, Rattink, Van Kampen, Kamphuys, Jongbloed en Brekel-
mans wensen geacht te worden te hebben tegengestemd.
De VOORZITTER heeft de Raad nog het volgende voorstel te
doen:
Besprekingen tussen de Directeur van Openbare Werken en de
Directie van de Hispano Suiza dezer dagen gehouden hebben duide
lijk gemaakt, dat de uitvoering van het raadsbesluit van December
voor wat betreft de spoorwegverbinding van de Hispano Suiza in
hoge mate urgent is geworden hoofdzakelijk in verband met de
aanvoer van machinerieën.