13 JUNI 1951 259 Het is daarom gewenst, dat de Raad zich hedenavond uitspreekt ten aanzien van de navolgende punten: 1. Bij het raadsbesluit van December heeft de gemeente zich ver bonden medewerking te verlenen aan de totstandkoming en in standhouding van een spoorwegverbinding. Deze medewer king omvat o.a. dat de gemeente betaalt de aanlegkosten van een stuk spoorlijn van ongeveer 250 strekkende meter. De hiervoor benodigde gelden belopen een bedrag van 12.500.—. Wij stellen uw College voor een erediet tot dit bedrag voor de uitvoering van dit werk ter beschikking te stellen. 2. Ingevolge het bepaalde in artikel 8 van de overeenkomst tus sen de Gemeente en de Staatsspoorwegen van 19 Juni 1928 heeft de Hispano Suiza van de gemeente schriftelijk toestem ming nodig tot medegebruik van de gemeentelijke stamlijn. Zonder deze toestemming zijn de Nederlandse Spoorwegen niet bereid tot de aanleg van de voor Hispano Suiza nodige verbin dingen mede te werken. Wij stellen u voor de Hispano Suiza deze toestemming te verlenen onder de gebruikelijke voor waarden. Zonder bespreking besluit de Raad overeenkomstig het voorstel van de Voorzitter. De heer Brekelmans wenst geacht te worden te hebben tegengestemd. Vervolgens stelt de VOORZITTER de Raad voor de navolgende schriftelijke antwoorden op vragen, die in vorige vergaderingen zijn gesteld de leden toe te zenden. De Raad besluit overeenkomstig het voorstel van de Voorzitter. Vraag: Door de heer BRINKERHOF is bij de behandeling der begroting 1951 van het Woningbedrijf in de vergadering van 14 December 1950 nog eens de aandacht gevraagd voor het aanbren gen van noodzakelijke voorzieningen in de „uitgeklede'' woningen op Schoolakker, behorende tot het complex 675 woningen, Bouw plan 1947. Antwoord: In deze woningen ontbreken de vloeren van de zolders alsook het dakbeschot, zodat de zolders niet bruikbaar zijn. Verder hebben de woonkamers op de begane grond geen houten vloeren. Deze bezuinigingen werden destijds voorgeschreven om te komen tot een toegestane M3 prijs. De kosten van het bruikbaar maken der zolders en het leggen van houten vloeren in de woonkamers zijn begroot op resp. 864.461.en 186.541.—. Bij afschrijving van deze kosten in 50 jaren betekent dit een jaarlijkse last van rond 50.000.Een eventuele huurverhoging zou 1.40 per week moeten bedragen op een huur van 6.per week. De gemeente kan dit dus onmogelijk alleen doen, in verband waarmede aan de Minister met klem van argumenten verhoging van de goedgekeurde stichtingskosten en de rijksbijdragen is ge vraagd. Hierop is een afwijzend antwoord gekomen, van welk schrijven een fotocopie is aangehecht. Naar onze stellige overtuiging kan er op het ogenblik in deze aangelegenheid niets worden gedaan; de kosten zijn voor de gemeente alleen te aanzienlijk terwijl huurver hoging op te grote bezwaren zou stuiten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 259