5 JULI 1951 Tegenwoordig: Mevr. E. M. SLOTPLATTEL, Mej. J. P. KOP PELAAR, en de Heren: G. J. BRAAKHUIS, A. C. A. BREKEL- MANS, J. D. F. BRINKERHOF, J. M. VAN BIJNEN, H. J. C. COSIJN, A. C. DIRVEN, Mr. B. W. M. DRION, C. VAN DEN EEDEN, A. J. J. VAN GILS, N. W. C. VAN GISBERGEN, A. VAN HAPEREN, H. J. VAN HOUTEN, J. VAN KAMPEN, J. J. KAMPHUYS, L. J. F. KOERTSHUIS, D. J. A. KRAMERS, J. A. MEIJS, G. MINDERHOUD, F. H. M. MOL, F. P. VAN DE NOORT, C. PEETERS, A. J. A. RATTINK, A. P. ROMSOM, C. A. M. DE ROOS, Drs. G. C. STUBENROUCH, C. A. H. VAN SWOL, Mr. E. H. TOXOPEUS, Dr. G. M. J. VELDKAMP, Drs. O. G. E. M. VERHAAK, J. F. V. VERMEULEN, J. VERSCHUREN, A. J. WEZENBEEK. Afwezig: de heren Drs. L. VAN EGERAAT, A. JONGBLOED en Ir. J. M. SCHIJEN. Voorzitter: de heer Dr. CLAUDIUS A. PRINSEN. Secretaris: de heer Mr. Ph. I. E. VAN WOENSEL. De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit, waarvan de tekst is opgenomen in art. 8a van het Reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad. De VOORZITTER wijst er op, dat de Raad is bijeengekomen ter herdenking van het 100-jarig bestaan van de Gemeentewet. In verband hiermede zal een herdenkingsrede worden uitgesproken door Zijne Excellentie de Minister van Binnenlandse Zaken, Mr. van Maarseveen, welke rede over de radio zal worden uitgezonden. Hierop zal worden geantwoord door Mr. Oud, voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Het lijkt spreker passend allereerst deze redevoeringen af te wachten en te aanhoren. De Raad luistert hierop naar de herdenkingsrede van Zijne Excel lentie de Minister van Binnenlandsche Zaken, Mr. J. M. VAN MAARSEVEEN, die als volgt spreekt: Dames en heren, voorzitters en leden van de gemeenteraden in Nederland! Op dit gedenkwaardig en feestelijk ogenblik, waarop wij ons in dachtig maken, dat heden voor honderd jaren de Gemeentewet werd afgekondigd en verbindend werd, verheug ik mij over het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 265