18 JANUARI 1951
27
27. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verkoop van
grond aan de Cimburgalaan aan het bouwbedrijf „De Baronie".
(Bijlagen 1951, no. 23.)
De Raad besluit overeenkomstig deze voorstellen.
28. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders met betrek
king tot de financiering van de bouw van een industriehal en het
verlenen van erfpacht ten behoeve van de I.E.O. Transformatoren-
fabriek. (Bijlagen 1951, no. 24.)
De heer TOXOPEUS heeft de ter visie gelegde stukken niet
kunnen bezien.
Spreker wil een opmerking maken, waarmede de heer Mol het
wellicht eens zal zijn.
In punt 3 van het voorstel staat vermeld, dat als Directie bij
de bouw in het contract van aanneming wordt aangewezen zowel
de Directeur van de I.E.O. Transformatorenfabriek als de Direc
teur van Openbare Werken.
Is het de bedoeling dat de Directeur van Openbare Werken het
werk aanbesteedt?
De VOORZITTER antwoordt, dat diegene, die bouwt, het werk
aanbesteedt.
De heer MOL zegt, dat wat de bouw betreft de Directie bestaat
uit da opdrachtgever en de architect. In dit geval bestaat ze dus
uit de opdrachtgever, de Directeur van Openb. Werken en de
Architect.
Wethouder MEYS deelt mede, dat het de bedoeling is, dat de
industriehal door de I.E.O. Transformatorenfabriek wordt gebouwd.
Bij de Directeur van deze fabriek ligt de beslissing aan wie het
werk wordt gegund. De Directeur van Openbare Werken wil slechts
namens de gemeente toezicht uitoefenen.
Hier is dus niet bedoeld de Directie van het werk maar de fa-
brieksdirectie.
De heer TOXOPEUS neemt aan, dat het een en ander in het
aannemingscontract anders vermeld zal staan dan in het prae-
advies.
Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeenkom
stig het prae-adVies.
29. Begrotingswijzigingen 1951. (Bijlagen 1951, no. 18)
Dienovereenkomstig wordt besloten.
30. Benoeming van een commissie voor het bezien van de door
de gemeente Breda verleende subsidies.
De heer VELDKAMP heeft bij de behandeling van de begroting
op de onderhavige Commissie aangedrongen.
Toen is door hem gevraagd, of de Raad een voorstel van Burge
meester en Wethouders kon verwachten of dat de Raad zelf een
voorstel moest doen. Hierop is geantwoord, dat Burgemeester en
Wethouders een voorstel zouden doen, terwijl thans blijkt, dat de