286 11 JULI 1951 schien mogelijk tariefsvermindering toe te passen, als tegelijkertijd meerdere inlichtingen worden gevraagd. Het komt wel voor, dat een gemeente, indien zij uit een ter plaatse bestaand kerkelijk bevolkingsregister inlichtingen ontvangt, voor het verstrekken van haar gegevens bij wijze van reciprociteit geen kosten in rekening brengt. In Breda ligt deze zaak evenwel anders. Het is misschien mogelijk bij meerdere gelijktijdige inlich tingen enige reductie te geven. De VOORZITTER zal het een en ander doen bezien. Het resul taat zal hij de Raad mededelen. Hierna brengt spreker het voorstel van de heer van Egeraat in stemming. Uit de stemming blijkt, dat het voorstel van de heer van Egeraat (n.l. om de voorgestelde tariefsverhogingen, vervat in het concept besluit onder punt 13 sub. a, e en f geen doorgang te doen vin den) met 20 tegen 11 stemmen is aangenomen. Tegen stemden: Mevr. Slot-Plattel en de heren Vermeulen, Meijs, van Houten, Minderhoud, van Haperen, Brinkerhof, Drion, Rattink, Romsom en Brekelmans. De heer MINDERHOUD vraagt, waarom enige jaren geleden aan de kerkgenootschappen de reeds betaalde legeskosten zijn geres titueerd. De VOORZITTER zal, naar aanleiding van deze vraag, de be doelde materie opnieuw doen bezien. Hij zal laten onderzoeken of een mogelijke tariefsvermindering ten aanzien van de abonnemen ten en het verstrekken van meerdere gelijktijdige inlichtingen, niet met de bestaande voorschriften in conflict komt. 5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de algemene politieverordening van de gemeente Breda met be trekking tot gemengd zwemmen. (Bijlagen 1951, No. 230). De heer VELDKAMP merkt op, dat het onderhavige voorstel, na dat het door hem en de overige leden zijner fractie was ontvan gen, deining in de stad heeft veroorzaakt. Hierbij bleek, dat grote groepen van de bevolking bezwaar hadden tegen de voorgestelde wijziging. Sprekers fractie lijkt het daarom wenselijk te trachten door middel van beraad op de hoogte te komen van hetgeen er te dien aanzien onder de bevolking leeft. Spreker is de mening toege daan, dat het niet juist is een verordening vast te stellen met name op dit terrein welke niet wordt gedragen door de rechts overtuiging van de grote groepen der bevolking. Daarom zal Zijn fractie het op prijs stellen, indien het College zoekt naar een vorm van beraad met de diverse bevolkingsgroepen. Hij geeft het Col lege in overweging het beraad te doen plaatsvinden. Spreker acht de materie niet zo belangrijk, dat uitstel ongewenst is. Hij stelt de Raad dan ook voor het onderhavige voorstel aan te houden voor beraad met de Bredase bevolkingsgroepen. De heer RATTINK acht het niet te verwonderen, dat hij terzake een andere visie heeft. Naar sprekers mening is er minder uit de bus gekomen dan werd verwacht. Volgens het onderhavige voorstel kan men slechts gemengd zwemmen; verder niets. Het prettige van gemengd zwemmen is juist, dat men samen op het strand kan zitten. Spreker had gedacht, dat een dergelijke proef genomen zou

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 286