28 18 JANUARI 1951 Raad zonder voorstel tot samenstelling dient over te gaan. Hefc lijkt spreker, dat de taak der Commissie bestaat uit: le het nagaan in hoeverre de verleende subsidies juist zijn; 2e het in ogenschouw nemen van het subsidiebeleid en 3e het nagaan of er bronnen te vinden zijn, waardoor de sub sidie-uitgaven vergroot kunnen worden. Spreker ziet de taak der Commissie als een tijdelijke, terwijl, wat de samenstelling betreft, zowel het College van Burgemeester en Wethouders als de Raad hierin vertegenwoordigd behoren te zijn. Het College van Burgemeester en Wethouders zou vertegenwoor digd kunnen worden door de Wethouder van financiën en nog een ander lid door dit College aan te wijzen. Voorts zouden in de Commissie 5 raadsleden zitting kunnen heb ben n.l. 3 leden van zijn fractie en 2' leden van de overige fracties. Wordt dit voorstel door de Raad geaccepteerd, dan zal spreker een suggestie doen omtrent de namen der personen die voor de R.K. Fractie zouden kunnen optreden. De heer JONGBLOED wenst de taak van de Commissie niet te binden op een wijze, zoals door de heer Veldkamp wordt betoogd. Hij wil die taak ruimer zien. Zo zou spreker graag willen zien, dat de Commissie de onderlinge verdeling der subsidies afweegt door te onderzoeken, welk deel van het totaal bedrag der verleende sub sidies aan culturele, sociale en opvoedkundige doeleinden is ver strekt om zo te kunnen komen tot een zekere gelijkstelling met andere gemeenten. Wat de samenstelling der Commissie betreft, kan spreker zich met het voorstel van de heer Veldkamp verenigen. De heer TOXOPEUS zegt dat terzake inderdaad overleg is ge pleegd. Met de taakomschrijving, zoals deze door de heren Veld kamp en Jongbloed naar voren is gebracht, evenais met de voor gestelde samenstelling, kan spreker zich verenigen. Ten aanzien van de candidaten wil hij een afwachtende houding aannemen. De heer VAN KAMPEN zal het op prijs stellen, indien de heer G. Minderhoud tot lid der Commissie wordt benoemd. De heer VELDKAMP stelt de Raad voor de heren Stubenrouch, van Bijnen en Wezenbeek tot lid dier Commissie te benoemen. De heer JONGBLOED stelt voor de heer Vermeulen te benoemen. De heer TOXOPEUS zegt, dat de Raad niet bevreesd behoeft te zijn, dat hij zichzelf zal aanbevelen. Hij wil ook de heer Minderhoud naar voren brengen. De VOORZITTER zegt, dat van de zijde van Burgemeester en Wethouders de wethouders van Houten en Meys in de subsidiecom missie zitting zullen nemen. Zonder verdere bespreking besluit de Raad tot lid der subsidiecommissie te benoemen de heren: H. J. van Houten, J. A. Meys, G, C. Stubenrouch, J M. v. Bijnen, A. J. Wezenbeek, J. F. V. Vermeulen en G. Minderhoud. 31. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders aangaande het verzoek van de gemeenteraad van Finsterwolde adhaesie te be tuigen aan zijn adres aan de Regering. (Bijlagen 1951, no. 27.)

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 28