11 JULI 1951 291 Uit de tweede stemming blijkt, dat het voorstel van de heer Veldkamp met 23 tegen 9 stemmen is aangenomen. Tegen stemden Mevr. Slot-Plattel en de heren Vermeulen, van Houten, Minderhoud, Brinkerhof, Toxopeus, Rattink, Brekelmans en Kamphuys. 6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om de Minister van Sociale Zaken te verzoeken een tapvergunning boven het vast gestelde maximum te verlenen ten behoeve van de „Stichting Breda 1952". (Bijlagen 1951, No. 231). De heer BREKELMANS heeft het onderhavige voorstel gelezen en is van mening, dat dit ter tafel is gebracht naar aanleiding van een verzoek van de „Stichting Breda 1952". Aanvankelijk zou Concordia dienstig worden gemaakt ten behoeve van het houden van congressen en de daarbij behorende etentjes, die zo aangenaam blijken te zijn. Daar echter de verbouwing van Concordia geen door gang vindt, is dit gebouw voor het houden van etentjes ongeschikt. In dit gebouw is echter wel een tapvergunning aanwezig. Spreker ziet niet in, waarom voor de rijloods een vergunning aangevraagd moet worden, terwijl in Breda reeds zovele vergunningen aanwezig zijn. Indien ze slechts noodzakelijk is om bij de etentjes een borrel te kunnen gebruiken, dan acht spreker een dergelijke vergunning in de rijloods niet nodig. De congressen vinden plaats in Concordia, terwijl in de rijloods alleen de etentjes worden gehouden. Als in deze loods een tapvergunning aanwezig is dan gaat het niet alleen om het etentje maar ook om iets anders. De VOORZITTER zegt, dat de Stichting voornemens is in de rij loods meerdere festiviteiten te doen plaatsvinden. Het is echter moeilijk tevoren precies te omschrijven wat er zal geschieden. Hij is echter van oordeel, dat de gedachte van de heer Brekelmans een stap terug betekent. Excessen moeten echter worden voorkomen. Verwerping van het voorstel zal aan de feestvreugde geen goed doen, terwijl het de exploitatie zal beknotten. Het is zeer wel mo gelijk, dat in deze loods nog andere bijeenkomsten worden ge houden. Men moet vertrouwen hebben in de Stichting, zodat spre ker vóór het voorstel is. Laat de bezoekers van een glas wijn ge nieten. Het is niet mogelijk in de rijloodsen voor de bezoekers eten tjes te organiseren en ze elders een glas wijn te laten drinken. De heer BREKELMANS kan zich niet indenken, dat de feesten een deficit zullen opleveren, indien er geen sterke drank aanwe zig is. De heer RATTINK is het met de heer Brekelmans eens. De con sumptie van sterke drank dient niet vergroot te worden. Bij ver gaderingen behoeft geen borrel aanwezig te zijn. Spreker kan met het voorstel niet accoord gaan. De VOORZITTER acht het moeilijk over borrels te praten, aan gezien hieraan een kwade zijde is verbonden. Het beste is er niet langer over te spreken. Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeenkom stig het voorstel. De heren Brekelmans en Rattink wensen geacht te wor den te hebben tegengestemd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 291