292 11 JULI 1951 7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van een verordening, als bedoeld in art. 25 der Besmettelijke Ziek tewet, betreffende aanmeldingsplicht van waterpokken. (Bijlagen 1951, No. 232). De heer BRINKERHOF kan aannemen, dat de voorgestelde maat regel wettelijk voorschrift is. Hij wil echter het College in overwe ging geven in verband met de komst van vele vreemdelingen (vooral in 1952) publiciteit zoveel mogelijk te vermijden. De VOORZITTER zegt, dat de verordening slechts 6 maanden geldt. Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeenkom stig het voorstel. 8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verlenging van de ontruimingstermijn ten aanzien van de onbewoonbaar verklaarde woningen Valkenstraat Nos. 9, 11 en 43. (Bijlagen 1951, No. 233). De heer VERMEULEN kan met het voorstel accoord gaan. De bewoners kunnen niet verhuizen, aangezien ze geen woonruimte toegewezen krijgen. Kunnen Burgemeester en Wethouders er zorg voor dragen, dat zulks binnen een redelijke termijn geschiedt? Wethouder VAN HOUTEN antwoordt, dat de nood der tijden het College tot de voorgestelde maatregel dwingt. Men dient in het oog te houden, dat er nog veel slechtere woningen zijn. In totaal zouden er 250 krotwoningen ontruimd moeten worden, doch dit is in verband met de woonruimteschaarste onmogelijk. Spreker weet geen andere oplossing dan zoveel mogelijk te bouwen. De heer BRINKERHOF vraagt of het saneringsplan „Valken straat", dat enkele jaren geleden door Openbare Werken is ge maakt, nog in uitvoering komt of dat het blijft rusten. Wethouder VAN HOUTEN antwoordt, dat uitvoering van dit plan onmogelijk is, zolang er niet voldoende woningen zijn. De heer RATTINK acht het een kwestie van urgentie. De VOORZITTER merkt op, dat 4000 personen geen dak boven hun hoofd hebben, terwijl de onderhavige dat wel hebben, al is het een slecht dak. Het enige, dat deze kwestie tot oplossing kan bren gen, is bouwen. De heer BRINKERHOF zegt, dat het bewoonbaar maken der woningen afstuit op de onwil van de eigenaar. Spreker heeft be doelde woningen reeds enkele jaren geleden in ogenschouw geno men. De W.C. bevindt zich in de kamer. Indien de eigenaar daar voor een uitbouw laat maken, dan zijn deze woningen bewoonbaar. De VOORZITTER zal dit doen onderzoeken. Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeenkom stig dit voorstel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 292