310 25 JULI 1951 Wat het recht van de doorweg betreft van het Valkenberg naar het Kasteelplein, gelooft spreker wel, dat dit recht het meest lijkt op een erfdienstbaarheid, ofschoon hij niet naar de civielrechtelijke vorm heeft gezien. Voor hem is het voornaamste, dat het de be doeling is een onopzegbaar recht te geven, dat zolang bestaat als de K.M.A. op deze terreinen zal zijn gevestigd. Deze restrictie werd opgenomen in de eerste phase der onderhandelingen, toen op ver schillende plaatsen in de akte de rechten werden verbonden aan het blijven van de K.M.A. in Breda. Spreker meent dat indien het Kasteel niet meer voor deze militaire opleiding wordt gebruikt er een geheel nieuwe toestand ontstaat, die dan bezien moet worden. Hij zou zich thans daarover nog geen zorgen willen maken. De heer JONGBLOED: Deze doorgang krijgt dus niet het karak ter van een openbare weg? De heer KOERTSHUIS: Men wil deze weg opzettelijk als „eigen weg" blijven aanduiden! De VOORZITTER zegt, dat voor hem het voornaamste is, dat men er over mag, doch mogelijk wordt dat een naief standpunt ge noemd. Hij kan zich moeilijk zorg maken over de wijziging in de toestand, die misschien over 100 jaren intreedt. Wat de beschikbaarstelling van het Valkenberg betreft voor feesten van de K.M.A. wil spreker opmerken, dat de gemeente, wanneer een gazon wat platgetrapt mocht zijn een plantsoen arbeider de zaak in orde moet laten maken. Hij zou dan in geen geval een rekening bij de K.M.A. willen indienen. Dit zou hij in strijd achten met de goede verhoudingen die zijn ontstaan. Overigens gelooft hij niet, dat een veelvuldig beroep op de gemeente zal wor den gedaan; men zal liever feesten op de ruimere sportvelden dan onder het wakend oog van de gouverneur. Spreker gelooft wel, dat de benodigde werken door de eigen dienst van Openbare Werken zouden kunnen worden gereed ge maakt. De Genie stond er echter op, dat dit door haar zou worden g'edaan. Hij is ervan overtuigd, dat men in een geval als dit er een eer in zal stellen de werken tegen een redelijke prijs uit te voeren. Op de duur zou een dergelijke situatie gevaarlijk zijn, doch niet voor éénmaal; dan is het een kwestie van vertrouwen. Instemming van de prijzenbureaux is nog steeds nodig bij de verkoop van gronden. De heer JONGBLOED verheugt zich over de getoonde instem ming met deze voorstellen. In 1948 zijn over deze kwestie harde noten gekraakt in de Raad, omdat toen het behoud van het Valken berg in het geding was. Spreker hoopt, dat de voorstellen thans zullen worden aangenomen. Toch heeft hij tegen bepaalde onderdelen wel bezwaren. Vooreerst over het feit, dat een aantal voorzieningen door de Staat worden getroffen, op rekening van de gemeente. Spreker had graag een juiste specificatie gezien van de daaraan verbonden kosten of indien dit niet mogelijk is dat aan de uitgaven voor de gemeente een limiet was gesteld. Hij zou het op prijs stellen, wanneer de akten alsnog in deze zin konden worden aangevuld. Spreker meent, dat aan het feit, dat de verbinding tussen het Val kenberg en het Kasteelplein een eigen weg blijft, misschien toch vervelende consequenties zitten. Zal de politie hier kunnen optre den? En is er geen bezwaar, in verband met de verkeersregeling?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 310