25 JULI 1951 313 wanneer het Kasteel van Breda niet meer voor officiersopleiding' wordt gebruikt. Met de K.M.A. verdwijnt dan het recht op deze doorgang. Spreker betreurt dit, doch hij is bang, dat er thans niet veel meer aan te doen is. Hij zou het natuurlijk wel op prijs stellen, wanneer de gemeente iets meer zekerheid zou kunnen wor den gegeven, in die zin, dat ook wanneer er een andere militaire opleiding (b.v. van onder-officieren) in het Kasteel wordt geves tigd, de gemeente het recht van doorgang zou behouden. Temeer klemt dit, nu deze bepaling slechts een overblijfsel is van een eerste en nadien gewijzigde opzet der overeenkomsten. Uiteraard is het moeilijk voor de Raad over deze detailpunten te praten, omdat zij niet bij de onderhandeling was betrokken en de verschillende argumenten pro en contra der ondergeschikte punten haar niet bekend zijn. Spreker gelooft niet, dat het goed is aan een dergelijke beoordeling te beginnen. Naar zijn mening geldt dit ook voor de financiële onderdelen. De Raad kan zich slechts afvra gen of hetgeen de gemeente krijgt in zijn geheel opweegt tegen de te brengen offers. Spreker beantwoordt deze vraag bevestigend en zal zijn stem dan ook aan dit voorstel geven. De VOORZITTER dankt de heer Toxopeus voor de toegezegde steun aan dit voorstel. Hij wil wel opmerken, dat de Raad in deze zaak bij de voorbereiding terdege gekend is, zij het dat zulks ge schieden moest in besloten vergaderingten. Burgemeester en Wet houders hebben echter gemeend, thans deze kwestie op grond van een uitvoerig voorstel in de openbare vergadering aan de orde te moeten stellen, omdat elke Bredanaar er recht op heeft te weten wat er nu gaande is, ook wat betreft de financiële gevolgen. De Raad kende de zaak echter reeds in de finesses. Wat de verbindingsweg betreft moet spreker zeggen, dat hij op de thans geformuleerde overeenkomst niet graag wil terugkomen, want zulks zou veel tijdverlies betekenen. Hij wijst in dit verband er nogmaals op, dat hij zulks ook moet ontraden ten aanzien van de akte inzake de weg achter de Lange Stallen. De reeds door hem genoemde uitbreiding van deze overeenkomst moet echter niet nu, maar later in een aanvullende akte worden opgenomen, omdat anders weer alles blijft traineren. De heer BREKELMANS vraagt of de weg achter de Lange Stallen direct bruikbaar is voor de gemeente. De VOORZITTER bevestigt dit. Afgezien van de voorzieningen, welke in verband mt de overname moeten geschieden, is de weg voor het verkeer te gebruiken, zodra de poorten zijn afgebroken of geopend. De heer BRINKERHOF zegt, dat de Raad thans staat voor een beslissing van historische betekenis. In deze zaak is door de Bur gemeester zeer, zeer veel werk verzet. Als lid van de bouwcommis sie weet spreker dat nog beter dan de andere leden van de Raad. In 1948 besloot de Raad bij meerderheid van stemmen de K.M.A. voor Breda te behouden door een gedeelte van het Valken berg af te staan. Dit geschiedde met een bloedend hart. Gelukkig is uiteindelijk het Valkenberg toch behouden gebleven: het hart om het zo uit te drukken bloedt dan ook niet meer. Dit is be reikt door de rusteloze arbeid van de Burgemeester. Spreker hoopt, dat dit vele werk niet al te veel Van diens krachten zal hebben ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 313