316 25 JULI 1951 De VOORZITTER zegt, dat hij zijn indruk kreeg direct bij lezing van de stukken. Hij zou wensen, dat de heer Veldkamp op sprekers oude neus zou willen vertrouwen; hij zou daar gieen spijt van hebben. Het is gemakkelijk conflicten te maken, maar veel beter ze te voorkomen. De heer JONGELOED merkt op, dat van zijn fractie alleen spre ker bezoek heeft gehad van de heer De Jonge. Hij had niet ge dacht, dat er moeilijkheden over deze zaak zouden kunnen zijn, temeer niet nu na een persoonlijk ondeihoud Burgemeester en Wethouders no. 1 der aanbevelingslijst hebben gehandhaafd. Indien echter de mogelijkheid bestaat, dat er geen eenstemmigheid in deze bestaat, en de benoeming tot een conflict aanleiding zou kunnen geven, dan acht spreker het beter dit voorstel nog eens rustig te bekijken en te trachten moeilijkheden te voorkomen. De heer STUBENRAUCH zegt, dat het wel prettiger is de can- didaten te hebben gesproken, maar dat zulks alleen leidt tot een inzicht in het type van de man. Hem spreekt het advies van de In specteur aan: aan een gunstig oordeel van de te dezer zake bevoeg de is hem veel gelegen. Een andere kwestie is, dat het oordeel van de Inspecteur slechts de basis van 's Raads beslissing kan zijn. Spreker ziet echter geen dringende reden om deze zaak nogmaals aan te houden. Bovendien wordt hierdoor de school, waar de te benoemen candidaat thans aan verbonden is, ernstig gehandicapt, omdat deze dan niet voor de aanvang van het nieuwe schooljaar een andere leraar kan aantrekken. De VOORZITTER zegt, dat zo in het leven ieder zijn eigen moei lijkheden heeft, die ieder ook Voor zich moet oplossen. Aan een dergelijk bezoek hecht spreker persoonlijk steeds veel waarde, vooral wanneer het hoofdambtenaren geldt. Hierin is ook een goede beoordelingsmaatstaf gelegen, omdat men in het algemeen op een bepaald persoon hetzelfde reageert. Zo was het oordeel over de ontvangen candidaten van de verschillende leden van het Col lege hetzelfde. Spreker raadt de Raad met klem aan deze aangelegenheid tot een volgende vergadering, welke eventueel in de 2e helft van Augus tus kan worden gehouden, uit te stellen, zodat de candidaten in de gelegenheid zijn hun opwachting bij de Raad te maken. Hierop besluit de Raad dit voorstel aan te houden tot de Volgende vergadering. Rondvraag. De heer VELDKAMP vraagt wanneer het rapport van de com missie Drion aan de Raad zal worden voorgelegd. Voorts hebben de heer Jongbloed en spreker gevraagd naar de resultaten van het t.b.c. onderzoek. Zal het toegezegde rapport hierover spoedig verschijnen? Spreker wil het enige tijd geleden door de heer van Swol ge dane verzoek tot het aanbrengen van deuren in een aantal flats ondersteunen. Tenslotte vraagt hij of Burgemeester en Wethouders zich zouden willen oriënteren oVer de hoogte van de presentiegelden voor de Raad en voor Raadscommissies, zoals deze in andere gemeenten gel-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 316