326 16 AUGUSTUS 1951 meenten, waar de S.O.T.U. wel de leiding heeft gehad, liggen de cijfers anders. Spreker noemt in dit verband de gemeenten Waal wijk, Beek, Nieuw Ginneken en Boxmeer, waar de prijs per door lichting variëerde van 1.10 tot 1.55, terwijl ze in Breda 2.02 bedroeg. Slechts doordat deze prijs zo hoog ligt is het tekort ont staan. Het is evenwel niet de bedoeling de oorzaken hiervan te determineren. Op één punt wil hij de aandacht vestigen n.l. op het uitgebreid sociografische rapport. Het is een mooi rapport, dat een schat van gegevens inhoudt, maar daar hebben noch de S.O.T.U. noch de Provinciale Vereniging om gevraagd. Voor hetgeen zij nodig hebben ontvangen zij voldoende cijfers van de consultatie- bureaux. Door de Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheids dienst worden op de ene bladzijde de kosten van het sociografisch rapport gecalculeerd op 18.000.terwijl op een andere bladzijde een bedrag Van 13.500.— staat vermeld. De kosten van dit rap port zijn echter een van de redenen, waarom de raming zover is overschreden. Spreker vindt het jammer, dat diverse verenigingen geen bijdrage hebben verleend. Deze bedragen hadden echter moeten dienen om het gevoteerde bedrag ad 30.000.te verminderen. In alle gemeenten, waar de bevolking doorgelicht is, was het bedrag per doorlichting gecalculeerd op 1.40 a 1.50. Zulks is ook in Breda geschied. Had Breda evenwel op dezelfde wijze gewerkt als de overige gemeenten, dan zou een bedrag van 30.000.— voldoen de zijn geweest. Spreker wil besluiten met de conclusie van de Directeur van de G.G. en G.D. n.l., dat zeer nuttig werk is ver richt. Zou er volgens voornoemde Directeur op korte termijn uit medisch oogpunt weer een doorlichting moeten plaats vinden, dan zou hij deze doorlichting willen laten afhangen van een ge neeskundige commissie. Spreker merkt op, dat dit ook de vorige maal is gebeurd. Hij wil over deze zaak verder niets zeggen. De heer JONGBLOED heeft in de vorige vergadering opgemerkt, dat Burgemeester en Wethouders eerder de Raad een aanvullend /a/>_ crediet hadden moeten vragen, terwijl hij het niet juist achtte, dat Burgemeester/" de daarop betrekking hebbende begrotingswijzi- ging tussen andere wijzigingen gevoegd hadden zodat deze aan de aandacht van de Raad had kunnen ontgaan, ofschoon het een be- langrijke wijziging gold. Daar spreker geen gelegenheid heeft ge- ilK^~ had het rapport te bestuderen, verzoekt hij het nog enige tijd in de leeskamer ter visie te laten liggen. De Raad rest thans slechts het rapport voor kennisgeving aan te nemen. Spreker wil de waarde van het rapport niet ontkennen, ofschoon hij het betreurt, dat slechts de helft der bevolking aan de doorlichting heeft deelgeno men. Bovendien acht hij de kosten in verhouding tot die van andere gemeenten te hoog, terwijl bovendien aan de organisatie nog al wat heeft ontbroken. Laten Burgemeester en Wethouders vooral zorgen de Raad tijdig om credietverhoging te vragen. Hij vindt het jam mer dat het tekort ongeveer 30.000.bedraagt. Naar sprekers mening is deze zaak niet gelopen, zoals ze had moeten lopen. Wethouder ROMSOM zegt, dat Burgemeester en Wethouders de laatste opmerking van de heer Jongbloed moeten erkennen. Spreker ziet de noodzaak niet in over detailpunten te praten. Zonder verdere bespreking wordt het schrijven voor kennisgeving aangenomen. De VOORZITTER deelt de Raad mede de in punt 3 van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 326