16 AUGUSTUS 1951 337 percelen kadastraal bekend gemeente Breda, sectie C, nrs. 1071 en 1072, resp. groot 0.23.20 ha en 1.21.35 ha of totaal 1,44.55 ha; b. de aankoop van P. van Beek, wonende te Breda, Rijsbergse- weg 150, van het perceel huis met schuur en erf, Terheijdenseweg 475, kadastraal bekend als een gedeelte van het perceel Gemeente Breda, sectie C, nr. 1058, groot ong. 370 m2; c. de aankoop van J. G. Koenraads. wonende te Teteringen, Groenstraat E 13 en P. A. J. Oomen, wonende te Nieuw-Ginneken, Kapelstraat 4, van de percelen weiland, kadastraal bekend ge meente Breda, sectie C, nrs. 1068 en 1069, groot resp. 6480 m2 en 860 nU; d. de aankoop van A. H. van der Sande, wonende te Breda, Nieuwe Boschstraat 4, van de percelen weiland, kadastraal bekend Gemeente Breda, sectie C, nrs. 1074 en 1075 resp. groot 2.57.60 ha. en 0.1830 ha; e. het aangaan van een overeenkomst van ruiling met J. C. Snijders, wonende te Breda, Terheijdenseweg 219, waarbij Snijders voornoemd aan de Gemeente in eigendom overdraagt een perceel weiland kadastraal bekend Gemeente Breda, sectie C, nr. 1070, groot 7970 m2, in ruil voor het westelijk gedeelte ter grootte van 16.000 m2 van het perceel weiland, kadastraal bekend Gemeente Breda, sectie C, no. 1074. Deze goedkeuringen worden voor kennisgeving aan genomen. De VOORZITTER stelt hierna aan de orde punt 47 van de agenda. 47. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het rap port van de Commissie van onderzoek inzake de werkzaamheid van de Commissie ex art. 8 der Woonruimtewet 1947. (Bijlagen 1951, no. 305.) De heer DRION zegt, dat het rapport van de bij raadsbesluit in gestelde Commissie van onderzoek inzake de werkzaamheid van de Commissie ex. art. 8 van de Woonruimtewet 1947 en het daar bij behorende ontwerp-reglement aan alle raadsleden is toegezon den, zodat deze stukken bekend geacht kunnen worden. Spreker wil nog enige verduidelijkingen aanbrengen, ofschoon de redactie van het rapport die door de heer Toxopeus is verzorgd niets te wensen overlaat. De Raadscommissie ging er van uit, dat de ideale toestand zou zijn, dat de Directeur van het Woningnoodbureau (W.N.B.) op voet van gelijkheid met de door de Woonruimtecommissie opge- roepenen zou worden behandeld. Bij onderzoek bleek de Raadscom missie, dat alle of enkele leden van de Adviescommissie niet bereid waren in deze Commissie zitting te blijven nemen, indien aan de Directeur van het W.N.B. niet een zekere beperking werd opge legd. De Raadscommissie heeft om belangrijke en dringende rede nen hiermede genoegen genomen. Deze Commissie heeft aldus ge redeneerd: Gedurende de 4 jaren, dat de Woonruimtecommissie haar werk zaamheden heeft verricht, heeft zij een kennis en ervaring opge daan, die van onschatbare betekenis is. Een nieuwe Adviescommis sie zal zeker aanvankelijk niet in staat zijn het vraagstuk der woonruimteverdeling zo deskundig onder de ogen te zien. De Raadscommissie is van mening, dat deze bron van kennis en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 337