340
16 AUGUSTUS 1951
„dat art. 8 van de Woonruimtewet niet was nageleefd en dat de
„onderhavige vordering nietig was".
Het is hem bekend, dat de Directeur van het W.N.B. geen Wet
houder is, maar de Directeur is wel een vertegenwoordiger van
Burgemeester en Wethouders. Indien bij de zittingen van de Ad-
Viescommissie een Wethouder tegenwoordig is, die geen bemoeienis
sen heeft met woningnoodzaken, dan is dit volgens de President
van de Arr. Rechtbank te Groningen niet juist. Betreffende de
door Burgemeester en Wethouders gewenste tweede toevoeging
zegt spreker, dat in het algemeen de Adviescommissie zich aan
de medische verklaring van de Directeur van de. G.G. en G.D.
houdt. Spreker kan zich echter voorstellen, dat de Commissie op
een bepaald moment een andere zienswijze heeft. Door de voorge
stelde tweede toevoeging wordt door Burgemeester en Wethouders
ingegrepen in de zienswijze van de Adviescommissie.
Wethouders ROMSOM' dankt de heer Drion voor diens nadere
verklaring. Uitsluitend op grond van het feit, dat de. Adviescom
missie ontslag wilde nemen, is een ander voorstel ter tafel gebracht.
Spreker is verzocht de laatste vergadering van de Raadscommis
sie met de Adviescommissie bij te wonen. Hij had zich toen voor
genomen op die vergadering niets te zeggen. Tot op het laatste
heeft hij ook zijn mond gehouden. Door de Adviescommissie werd
echter unaniem besloten te zullen aftreden, indien de Directeur
van het W.N.B. persé bij de zittingen Van deze Commissie aan
wezig moest zijn. Spreker zag echter niet graag, dat deze Com
missie zou heengaan, daar het geruime tijd zou duren, voordat
een nieuwe Adviescommissie op dit soort werk, dat niet gemak
kelijk is, ingesteld zou zijn. Men heeft hem toen gevraagd op wel
ke wijze uit de impasse gekomen kon worden. Door de heer Drion
is toen een bemiddelingsvoorstel gedaan. Hierbij dient opgemerkt
te worden, dat het een en ander niet zo gemakkelijk is gegaan.
Sprekers mening was, dat, indien men op deze wijze in de kortst
mogelijke tijd uit de moeilijkheden kon komen, hij dat zou toe
juichen. Konden de moeilijkheden door het bemiddelingsvoorstel
van de heer Drion opgelost worden, dan zou hij hiermede accoord
gaan. Daarna kwam bedoeld voorstel in de, vergadering van Bur
gemeester en Wethouders. De laatste alinea van het eerste blad
van het prae-adv'ies van Burgemeester en Wethouders kan van
betekenis zijn, indien iemand de bezwaren, die hij ingebracht heeft,
zodanig accentueert, dat ze inplaats van onderdelen hoofdzaken
gaan uitmaken. Het is dan toch bezwaarlijk, dat de Adviescom
missie een besluit zou nemen, zonder dat de Directeur van het
W.N.B. is gehoord. Indien echter bij de Woonruimtecommissie
vaststaat, dat in zo'n geval eerst de Directeur van het W.N.B.
gehoord moet worden, dan is daardoor aan sprekers bezwaar te
gemoet gekomen. Volgens hem moet deze zaak zo spoedig mogelijk
tot een oplossing worden gebracht. Hij geeft de verzekering, dat,
als de meerderheid van de Raad tegen het prae-advies gekant is,
Burgemeester en Wethouders het advies van de Commissie Drion
zullen overnemen, mits rekening gehouden zal worden met hetgieen
spreker naar voren heeft gebracht. Wat de medische attesten be
treft acht spreker het niet juist deze weg te redeneren. De Woon
ruimtecommissie behoort niet te zeggen, dat er wel redenen zijn
op medische gronden te vorderen, als de Directeur van de G.G. en
G.D. zegt, dat zulks niet het geval is.
De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders geen