17 AUGUSTUS 1951 363 Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 41. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het garan deren van een geldlening aan te gaan door de Algemene Zang- en Muziekschool. (Bijlagen 1951, no. 299.) De heer JONGBLOED heeft in het algemeen wel bezwaar er tegen dat de gemeente de leningen van derden garandeert. Een dergelijke borgstelling brengt nog al eens bijzonder risico mee. Toch zal hij zijn stem aan dit voorstel niet onthouden. De zang en muziekschool, welke toch een culturele betekenis heeft in deze stad verkeert nu in een buitengewoon benarde situatie. Spreker zou wel gaarne worden ingelicht, waarom de. oude lening moet worden afgelost. Wethouder MEIJS antwoordt, dat de vroegere lening is aange gaan voor de inrichting van de school in het pand aan de Visser straat. De geldschieter, die. dit bedrag leende, is inmiddels over leden en zijn erfgenamen wensen thans niet in een onverdeelde boedel te blijven zitten. Wel hebben zij de school ruime gelegenheid geboden om een andere lening te sluiten. De pogingen daartoe zijn gelukt, wanneer de gemeente de nu voorgestelde hulp verleent. Het komt spreker voor, dat er geen bezwaren kunnen zijn aan het gedane verzoek te voldoen, daar de school in staat is haar ver plichtingen na te komen. De heer JONGBLOED vraagt of de post van 6000.onder de nog te betalen schulden in de balans was opgenomen, of is de schuld feitelijk nog 6000.hoger dan het aangegeven bedrag Wethouder MEIJS kan deze vraag niet positief beantwoorden. Hij meent, dat deze lening niet op de rekening en verantwoording voorkwam, want naar het hem voorstaat is alleen een exploi tatierekening gegeven en geen balans. Wel was de rentebetaling verantwoord. Zonder verdere beraadslaging wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 42. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de geldleningsovereenkomst met de Burgerlijke Instelling voor Maatschappelijke Zorg. (Bijlagen 1951, no. 300.) Dienovereenkomstig wordt besloten. 43. Voorstel van Burgemeester en Wethouders inzake de leve ring van gastoestellen door de gemeente. (Bijlagen 1951, no. 301.) De heer VELDKAMP herinnert eraan dat de Raad zich reeds meerdere malen met deze aangelegenheid heeft bezig gehouden. Zowel naar aanleiding van het verzoek van de Voorzitter als om het feit, dat de wederzijdse standpunten nu wel bekend zijn, meent spreker dat hij kort kan zijn. Toch lijkt het hem dienstig), nu in deze zaak een definitieve beslissing gaat genomen worden, enige opmerkingen te maken ten aanzien van de principiële zijde van dit voorstel. Het is bekend, dat sprekers fractie bij herhaling ernstig bezwaar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 363