17 AUGUSTUS 1951
369
punt hebben bepaald.
Aanvankelijk heeft hij gedacht dat het mogelijk was voor de
gemeente met de installateurs tot overeenstemming te komen, te
meer daar Van deze zijde gezegd was, dat alles feitelijk hetzelfde
zou blijven. Deze toezegging is echter niet gerealiseerd. Terwijl
b.v. de gemeente de toestellen tweemaal per jaar liet nazien, zal
volgens de regeling van de maatschap de controle maar eenmaal
per jaar geschieden. Sprekers voornaamste bezwaar geldt echter
de prijsvoorwaarden. Ook deze zouden volgens de eerste toezeg
ging gelijk zijn aan die van de gemeente. Blijkens de thans op
gezette prijscalculatie zullen de huurprijzen e.d. echter aanzienlijk
hoger worden dan die van de gemeente. Het gevolg hiervan is, dat
sommige groepen der bevolking niet in de gelegenheid zullen zijn
een geijser te huren.
Spreker acht het ook een ernstig bezwaar, dat aan de huurders
geen enkele medezeggenschap over de prijs of de andere voorwaar
den toekomt.
Dit roept eveneens een gevaar op voor bepaalde bevolkings
groepen. In het maatschapscontract is echter uitgesloten, dat de
tweede partij de huurder enige zeggingschap heeft. Slecnts
met grote moeite is verkregen, dat de middenstand de arbitrage
commissie heeft aanvaard. Hierdoor is sprekers huivering ver
sterkt om de levering van gastoestellen geheel uit handen van de
gemeente te halen en over te geven aan de middenstand. Spreker
betwijfelt sterk, of de middenstand in staat zal zijn de aanvanke
lijk gedane belofte na te komen.
Wethouder VAN HOUTEN vraagt zich af, of gehoord de dis
cussies het eigenlijk nog wel zin heeft diep op de zaak in te gaan.
Men heeft deze zaak principiëel gesteld, al heeft het spreker daar
bij verwonderd, dat omtrent de beoordeling van de punten toch
geen eenstemmigheid bestond bij de heren Veldkamp en Drion.
Spreker wil een enkel woord zeggen over de situatie, die nu zal
ontstaan.
Het is bekend, dat in de gemeente een gebrek aan badgelegen
heid bestaat. De toestand van de gemeente-financiën is zodanig,
dat de offers voor de bouw van een nieuw badhuis niet kunnen
worden opgebracht.
Anderzijds heeft spreker reeds bij vroegere discussies omtrent
deze aangelegenheid naar vorengebracht, dat zelfs al zou er
voldoende accomodatie in de badhuizen zijn het voor een gezin
van 4 personen toch voordeliger zou zijn om volgens de gemeente
lijke tarieven een badgeijser te huren. Vele gezinnen verkeren
in nood, en daarin zou geholpen kunnen worden door onder gunsti
ge voorwaarde gasgeijsers in huur te verstrekken.
Nu de huurprijs, welke door de maatschap zal worden gpvraagd
0.70 per maand hoger is, kan dit uiteraard minder geschieden.
Men heeft gesteld, dat de gemeente geen bemoeienis behoort te
hebben met de prijzen. Dat dit zijn consequenties zal hebben, blijkt
reeds uit deze hogere prijs. Het is ook bekend, dat van de zijde
der arbeiders-vakorganisaties steeds bezwaar is gemaakt, dat er
wel een loonstop, doch geen prijzenstop is. De heer Gisbergen heeft
er ten onrechte meent spreker op gewezen, dat de gemeente
nog maar 88 geijsers heeft geplaatst. Dat dit zo laag is, komt
alleen hierdoor dat de gemeente in het geheel geen acquisitie heeft
gevoerd. Wanneer in deze gemeente op dezelfde wijze was gehan
deld als in andere gemeenten, dan zouden er naar schatting reeds
4000 geijsers geplaatst zijn. Spreker handhaaft zijn standpunt, dat