17 AUGUSTUS 1951 377 De VOORZITTER heeft deze berichten in de pers betreurd. Het is zo, dat de investeringscommissie dit plan niet had afgekeurd. Wel waren er aanvankelijk bezwaren bij de Minister van Weder opbouw. Deze heeft de zaak voorgelegd aan de Raad van Minis ters. Thans is bericht ontvangen, dat de Ministerraad geen bezwaar heeft tegen het plan. Nu is de gehele zaak weer in handen van Gedeputeerde Staten, ter beslissing. De heer KAMPHUIJS wijst op de schandalige toestand, waarin het ten dele verbrande openluchttheater zich bevindt. Na de brand werd nog niets opgeruimd. De entree van het Valkenberg wordt daardoor danig ontsierd. Kan hiertegen niets gedaan worden? De VOORZITTER meent dat reeds geruime tijd geleden om advies is gevraagd aan de Commissie, belast met het beheer van "net Openluchttheater. Deze heeft nog steeds hierop niet geantwoord. De heer KAMPHUIJS zegt dat zulks wel het geval is. De VOORZITTER weet hiervan niets. Hij zal de zaak laten na gaan en in de volgende vergadering de heer Kamphuijs nader in lichten. De heer BRINKERHOF wijst er op, dat de Raad enige tijd ge leden een crediet heeft toegestaan voor verbetering van de speel tuin aan de Ploegstraat. Deze speeltuin is nu al geruime tijd ge sloten, wat vooral in deze vacantietijd voor ouders in deze wijk een handicap is. Er gaan geruchten, dat sommige omwonenden hebben geklaagd over overlast, welke zij van deze kinderspeeltuin onder vinden. Men zou er nu een voetbalterrein van willen maken. Hij vreest, dat men dan nog meer last zal ondervinden. Kan deze speeltuin niet op korte termijn geopend worden? Wethouder MEIJS antwoordt, dat de speeltuin inderdaad enige tijd is gesloten geweest, omdat er geen voldoende toezicht was. Thans is echter de speeltuin weer geopend. Mejuffrouw KOPPELAAR zegt al enige tijd gelden te hebben gevraagd om enkele voorzieningen aan te brengen aan het woon wagenkamp. Zij verzoekt de beslissing terzake te bespoedigen. De heer DIRVEN heeft bij geruchte vernomen, dat er een beslis sing is gevallen over de demping van de Haven. Is Burgemeester en Wethouders hiervan iets bekend? De VOORZITTER beantwoord deze vraag ontkennend. De heer KOERTSHUIS ondersteunt het tijdens de beraadslagin gen reeds door de heer Toxopeus gedane verzoek om de raadsstuk ken eerder toe te zenden, zodat de leden van de Raad genoegzame tijd hebben de stukken te bestuderen. Reeds eerder is gevraagd in het vervolg om de drie weken te vergaderen, waardoor de agenda's korter kunnen zijn. Voorts is het spreker opgevallen, dat de oude uitgang van het station thans gebruikt wordt als rijwielstalling. Hij acht dit een ontsiering van het Stationsplein. Hebben Burgemeester en Wet houders hiervoor toestemming gegeven en voor hoe lang? De heer VELDKAMP zegt, dat zowel hij al dhr. Van Swol reeds drie tot vier keer hebben gevraagd om de kleine flats van deuren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 377