12 SEPTEMBER 1951 403 moeten dienen om het tekort te dekken. Is het subsidie uitsluitend bestemd voor uitgaven inzake reddend zwemmen of ook voor andere uitgaven Spreker vraagt of de instructeur alleen nodig is voor het reddend zwemmen of ook voor andere doeleinden b.v. rhythmisch zwemmen. Het vorig- jaar is evenals dit jaar op de gemeentelijke begroting een bedrag van 150.uitgetrokken voor bedoelde ver eniging. Bovendien wordt nu voorgesteld een subsidie ad 500.te verlenen, zodat dit jaar in totaal een bedrag van 650.aan de zwemvereniging wordt verstrekt. Daarbij komt nog de moeilijke po sitie, waarin volgens het door hem ontvangen rapport de over dekte zweminrichtingen zich in het algemeen bevinden. Van over heidswege zal terzake toch wel iets moeten gebeuren? Spreker zou graag zien, dat de overdekte zweminrichtingen behouden ble ven en de voorwaarden zodanig werden gewijzigd, dat verenigingen op een gemakkelijker wijze van deze inrichtingen gebruik konden maken. De gemeente behoort slechts die uitgaven te doen, die in het algemeen nodig en/of gewenst zijn. terwijl de gevoteerde be dragen precies zo besteed moeten worden als de gemeente wenst. Spreker heeft bij de ter visie gelegde stukken noch een overzicht van de exploitatie over 1950 noch een begroting voor 1951 gezien. Slechts een exploitatie-overzicht over 1949 was bij de stukken ge voegd. Hij verkeert dus in het onzekere aangaande de financiële positie van bedoelde vereniging. Indien het subsidie verleend wordt, kent de Raad wel het begin maar niet het einde, daar de moge lijkheid bestaat dat andere zwemverenigingen eveneens bij de ge meente zullen aankloppen. Spreker heeft dan ook niet de illusie, dat met 500.- de kous af is. De heer VAN KAMPEN is ook aanwezig geweest bii het ge sprek, dat de heer Minderhoud heeft gevoerd met het lid van de Sportraad. Dit lid, n.l. de heer v. d. Zwaan, had er geen bezwaar tegen, dat ziin naam genoemd werd. Spreker kan niet begrijpen, dat de heer Stubenrouch zegt. dat de Sportraad wel is gehoord, terwijl de heer v. d. Zwaan het tegenovergestelde beweert. Het gaat erom, dat in andere gemeenten leraren zijn, die slechts tegen vei-goed'ng van de reiskosten de lessen komen geven. Misschien kan ook inplaats van met 1 uur met Vz uur lesgeven worden volstaan. Al met al gaat de gemeente thans een subsidie geven, waarvan de noodzaak niet is gecontroleerd, zodat hij Burgemeester en Wet houders verzoekt het prae-advies voor nader beraad terug te nemen. Wethouder MEYS zegt, dat de heer Minderhoud reeds door de beer Stubenrouch is beantwoord. De heer v. d. Zwaan beweert, dat de Sportraad niet is gehoord, ofschoon zulks wel het geval is. Spreker wil opmerken, dat het te verstrekken bedrag bedoeld is voor 1 keer, zodat het woord „subsidie" hier eigenlijk niet op zijn plaats is. Indertijd is een bedrag ad f 150.- voor het aanschaffen van poppen geweigerd, hetgeen de reden is waarom later op het verzoek is teruggekomen. Bedoelde vereniging houdt zich bezig met reddend zwemmen. Zij heeft een instructeur nodig om haar leer lingen voor dit doel te kunnen opleiden. Als hiervoor onnodig gel den worden uitgegeven, dan is dat een fout van de heer v. d. Zwaan, die het bestuur der zwemvereniging niet inlicht. Men kan nu een maal niet alles weten. Als de vereniging geweten had dat een in structeur slechts tegen vergoeding van reiskosten de lessen geeft, dan zou ze zich daaraan zeker gehouden hebben. Betreffende de door de heer Jongbloed gestelde vragen antwoordt spreker, dat Burgemeester en Wethouders het advies van de Sub-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 403