12 SEPTEMBER 1951 407 wat is gezegd. Wanneer de dirigent het salaris niet voor zichzelf gebruikt, dan komt het ten goede aan het orkest. Het wordt ech ter niet gebruikt voor de contributie's, reiskosten enz. van de leden, daar alle leden zelf deze lasten dragen. Wat de opmerking van de heer Vermeulen betreft, dat de vergoeding van de over heid boven de zelfwerkzaamheid van het orkest uitkomt, merkt spreker op, dat dit orkest, hetwelk in 1952 zijn 25-jarig bestaan viert, slechts gedurende de laatste 3 jaren een gemeentelijk sub sidie heeft verzocht. Gedurende 22 jaren heeft het zonder over heidssteun geploeterd. Als de subsidies over de gehele periode uitgesmeerd worden, dan heeft de overheid zeker niet te veel bij gedragen. Als voorzitter van de Sectie Muziek en Zang van de Culturele Werkgemeenschap kan spreker, mede namens geheel muziekminnend Breda, slechts zeggen, dat Breda trots kan zijn op dit orkest. Het zal straks wel iets meer voor zichzelf kunnen verdienen, maar het is tot op heden nog niet naar buiten kunnen uittreden; zulks kan echter thans wel. De heer VAN BIJNEN onderschrijft de woorden van de heer Brekelmans. Het orkest stelt zich veelal gratis ter beschikking van ziekenhuizen enz., zodat de inkomsten slechts gering zijn. Dien tengevolge behoort muziekminnend Breda dit orkest de helpende hand te bieden. De heer KOERTSHUIS zegt, dat het in dit geval gaat om een specifiek Bredase vereniging. In hoofdzaak bestaan de inkomsten uit de bijdrage die van overheidswege wordt verstrekt. Dit is ech ter meestal het geval met dergelijke verenigingen. Steunt het Brabants Orkest ook niet voornamelijk op overheidssubsidies? In de vorige vergadering is aan het Brabants Orkest nog een aan vullend subsidie van 4900.- verstrekt, meer omwille van de con sequentie, dan uit voorliefde. De gemeente moet het de onderha vige orkestleden mogelijk maken iets te presteren. Deze mensen zijn er niet op uit financiëel voordeel te behalen, maar zich voor de gemeenschap beschikbaar te stellen. De heer VELDKAMP zegt, dat in dit geval het voorgestelde subsidie verleend moet worden, aangezien daardoor de actieve muziekeultuurbeoefening wordt bevorderd. Het verlenen van een subsidie aan een vereniging, die de muziek daadwerkelijk beoefent, trekt spreker in deze tijd ten zeerste aan. De zelfwerkzaamheid der burgers in de culturele sector moet door de overheid gestimu leerd worden. Dit wil niet zeggen dat spreker het met de (heer Jongbloed niet eens is betreffende de vraag, hoe de vereniging moet blijven voortgaan met haar financiël beleid. Door een bescheiden bijdrage te vragen aan degenen, bij wie ze de muziek brengt, moer ze in de gelegenheid gesteld worden de exploitatie sluitend te maken. Betreffende het salaris van de dirigent merkt spreker op, dat het gebruikelijk is, dat deze gehonoreerd wordt, onverschillig of hij zijn taak als beroep of uit liefhebberij uitoefent. Wat de dirigent met het honorarium wenst te doen is zijn zaak, zodat deze kwestie buiten beschouwing gelaten kan worden. De heer VERMEULEN merkt op, dat de heer Brekelmans ge zegd heeft, dat het San Francesco-orkest 22 jaar geploeterd heeft zonder overheidssteun. Het orkest is op de kweekschool gegroeid en heeft 22 jaar op die school gesteund. Nu dat niet meer het geval js, vreest hij, dat de gemeente in de toekomst zal moeten blijven suppleren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 407