414 12 SEPTEMBER 1951 44. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van een instructie voor de Directeur van het Gemeentelijk Vervoerbe drijf. (Bijlagen 1951, no. 349). De VOORZITTER zegt, dat de Directeur van de Geneeskundige Dienst heeft medegedeeld, dat uit art. 5 sub. D, van de instructie van de Directeur van het Gemeentelijk Vervoerbedrijf moet ver vallen: „de administratie van de aangiften van gevallen van besmette lijke ziekte, bedoeld in de Besmettelijke Ziektenwet Stbl. 1928, „No. 265 en de mededeling daarvan aan de bevoegde autoriteiten." Een en ander ressorteert bij de Geneeskundige Dienst. De bepaling ware thans te lezen: „het aanhechten en afnemen van het kenmerk bedoeld in art. 3 der „Besmettelijke Ziektenwet, Stbl. 1928 No. 265''. De heer WEZENBEEK zegt in verband met art. 5 sub. a, dat de ontwerp-instructie voor de Directeur van het Gemeentelijk Ver voerbedrijf, dat het indertijd de bedoeling van de Raad is geweest al het vervoer door dit bedrijf te doen geschieden. Naar aanleiding hiervan verzoekt hij in voornoemd artikel de woorden: „of door de hoofden van takken van dienst wordt verzocht" te doen vervallen. De VOORZITTER kan zich hiermede verenigen. Men moet zich dan tot Burgemeester en Wethouders wenden inplaats van tot de Directeur van het Gemeentelijk Vervoerbedrijf. Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeen komstig het voorstel, met dien verstande, dat in art. 5 sub. a van de instructie voor de Directeur van het Ge meentelijk Vervoerbedrijf de woorden: „of door de hoof den van takken van dienst wordt verzocht'' vervallen en dat de door de Voorzitter voorgestelde wijziging alsnog wordt aangebracht. 45. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der verordening op de heffing ener belasting op honden. (Bijlagen 1951, no. 350). Dienovereenkomstig wordt besloten. 46. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het beschik baarstellen van credieten voor het bouwen van enkele complexen met een totaal van 110 woningwetwoningen (Bijlagen 1951, nr. 351). De VOORZITTER zegt, dat de zaken er thans zo bijstaan, dat de gemeente een kleine kans heeft de woningen te financieren. De Bouwcommissie adviseert ze te bouwen. Daar ze binnen een bepaal de tijd aanbesteed moeten zijn, moest met het voorstel enige spoed betracht worden. Spreker wil echter ten opzichte van de financie ring geen illusies wekken. De heer VAN SWOL heeft in andere gemeenten geconstateerd, dat in woningwetwoningen geysers zijn geplaatst. Spreker vraagt of dat hier ook niet mogelijk is. Hij verzoekt Burgemeester en Wethouders bij bedoelde gemeentebesturen te informeren op welke wijze zij dat klaarspelen. Wat elders kan, moet hier ook kunnen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 414