8 FEBRUARI 1951
41
Hij hoopt, dat men zijn houding in deze zal kunnen begrijpen. Als
raadslid treden voor hem thans de persoonlijke gevoelens terug
voor het recht van de overwinnaars. En in zijn verdere loyale mede
werking behoeft de Raadsmeerderheid dus niet het werk van een
vijfde colonne te zien.
Besturen houdt in: vorm te geven aan wat leeft in de gemeen
schap. Blijkt nu in de gemeenschap de idee van Havendemping te
leven (en deze idee leeft) dan zal spreker mede moeten werken om
deze idee te realiseren, ook al is hij het er dan zelf niet mee eens.
De gelegenheid om de idee, die in de gemeenschap leeft, om te buigen,
is er geweest, doch deze gelegenheid is Voorbij en verloren gegaan.
Het is nu slechts de idee gouvernementale, die voor spreker norm
tot handelen wordt.
De heer KAMPHUIJS wil in deze discussie slechts de opmerking
van een eenvoudig man maken.
Toen aan de Raad werd voorgesteld in beroep te gaan bij de
Kroon, heeft hij hiermede alleen ingestemd, omdat hij de handel
wijze van Gedeputeerde Staten onjuist vond. Als tegenstander van
de Havendemping kan hij echter bezwaarlijk, alle thans naar voren-
gebrachte motieven onderschrijven.
Wanneer hij geweten had, dat deze motieven naar voren zouden
worden gebracht, dan had hij aanstonds daartegen geprotesteerd.
Wellicht heeft men een zeer lange politieke ervaring nodig om in
een dergelijk zaak aanstonds een juist standpunt in te nemen, zoals
de heer Brinkerhof deed.
Spreker kan alleen de staatsrechtelijke bezwaren tegen het besluit
van Gedeputeerde Staten ondersteunen.
De heer MINDERHOUD heeft zich erover verwonderd, dat de
twee grote fracties, naast het ontwerp-beroepschrift van Burge
meester en Wethouders, een eigen ontwerp hebben ingediend.
Tegen deze beide heeft spreker bezwaren.
Het is hem opgevallen, dat in het beroepschrift van de K.V.P. zo
nadrukkelijk wordt gesteld (de vijfde alinea van de le bladzijde),
dat Gedeputeerde Staten buiten hun bevoegdheden zijn gegaan.
Spreker betwijfelt of het gewenst is dit aldus te stellen. In de 7e
alinea op dezelfde bladzijde staat tweemaal het woord overwegen
achter elkander. Deze minder fraaie redactie zou in ieder geval
gewijzigd moeten worden.
De VOORZITTER merkt op, dat hij meende, dat was afgesproken
dat thans geen redactiewijzigingen meer zouden worden voorge
steld. Wijkt men van deze regel af, dan gaat naar hij vreest
de glrote lijn van de discussie weg en wordt alles zeer onoverzichte
lijk.
De heer MINDERHOUD zegt dat hij dan zijn andere bezwaren
tegen het beroepschrift van de K.V.P. niet zal noemen.
Wat het ontwerp van de P.v.d.A. betreft, merkt hij op, dat hij
niet kan inzien, waarom zij, die aanvankelijk tegenstander waren
van de Havendemping in het beroepschrift niet mede de argumenten
van de meerderheid kunnen steunen. Spreker is het in deze met de
heer Van Egeraat eens.
De heer BRINKERHOF merkt op, dat er eigenlijk 2 bezwaar
schriften zijn: één ingediend door de leden van de P.v.d.A. en één