11 OCTOBER 1951 433 De heer VAN GILS wijst erop, dat de bovenverdieping1 slechts moeilijk te bereiken is. Bij brand e.d. zou dit gevaarlijk kunnen worden. Bovendien zou bij een goede verbinding tussen de school en de zolderverdieping deze voor het onderwijs nuttig gemaakt kunnen worden, b.v. voor het vertonen van schoolfilms. Wethouder MEIJS antwoordt, dat het schoolbestuur zelf het verzoek daartoe heeft ingetrokken, zodat dit niet meer in behan deling is genomen. Hij wil deze kwestie echter nog wel eens bezien. Zonder verdere beraadslaging wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Later merkt Wethouder MEIJS op, dat het geenszins zijn be doeling is geweest de heren Jongbloed of Brekelmans onheus te beantwoorden. Indien die indruk zou zijn gewekt, dan biedt hij daarvoor excuses aan. 14. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van een verordening regelende de samenstelling en inrichting der plaatselijke Commissie van Toezicht op het middelbaar onderwijs en tot benoeming van 3 leden. (Bijlagen 1951, no. 368.) De heer VELDKAMP heeft geen bezwaar tegen dit voorstel. De ontwerp-verordening werd in de leeskamer ter visie gelegd. Spreker zou het prettiger gevonden hebben, wanneer dit ontwerp aan de leden van de Raad was toegezonden. Het is nu niet gemak kelijk geweest zich hierover te beraden. Spreker zag daarom de vaststelling van de verordening graag aangehouden tot de volgen de vergadering. De benoeming der leden zou desgewenst reeds nu kunnen geschieden. De VOORZITTER raadt aan de verordening thans vast te stel len en eventuele amendementen in de volgende Raadsvergadering aan de orde te stellen. De heer VELDKAMP merkt op, dat het wel vaker gebeurt, dat stukken ter visie worden gelegd, welke gemakkelijk toegezonden konden worden. Wethouder MEIJS had niet gezien, dat de ontwerp-verordening niet was toegezonden aan de raadsleden. Hij bemerkte dit eerst heden en betreurt dit verzuim. Overigens wil hij met de suggestie van de Voorzitter meegaan. De VOORZITTER zegt toe de verordening alsnog aan de leden te zullen toezenden. Eventuele amendementen zullen in de volgen de vergadering aan de orde worden gesteld. Zonder verdere beraadslaging wordt de in het voor stel bedoelde verordening vastgesteld. Vervolgens gaat de Raad over tot de benoeming van drie leden van de plaatselijke commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs. Uitgebracht worden: a. 35 stemmen, waarvan 33 op mevrouw Mr. J. C. Hustinx Dominicus en 2 stemmen op mevr. Mr. A. M. Ruding-Fehmers

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 433