h
11 OCTOBER 1951
443
de stad in sloppen en stegen zeer slechte woningen, onder ernstige
onhygiënische toestanden, nog steeds bewoond worden. Zulks zou
het geval zijn o.a. in de sloppen uitkomende op de Boschstraat,
De Diesstraat en de Valkenstraat.
Spreker vraagt of zulks aan Burgemeester en Wethouders be
kend is, en zo ja, of en welke maatregelen zij bereid zijn ten deze
te nemen.
Indien deze woningen worden bewoond door z.g. a-sociale ge
zinnen (voor welke onderscheiding spreker niet gaarne de normen
zou vaststellen), is het wellicht mogelijk zoals elders is ge
schied deze in bepaalde straten en daarvoor speciaal geschikte
woningen onder te brengen.
Voorts zegt spreker te hebben vernomen, dat aan de openbare
school aan de Middellaan een onderwijzer bevoegd zou zijn voor
het geven van lessen in handenarbeid.
De Wethouder heeft gezegd, dat waar dit onderwijs nog niet werd
gegeven dit een gev'olg was van het ontbreken van een bevoegide
leerkracht of wegens ruimte-tekort.
Spreker verzoekt die aangelegenheid in de onderwijscommissie
ter sprake te brengen.
De heer VAN DE EEDEN houdt er niet van woonruimtekwes
ties in de Raad ter sprake te brengen. Nochtans meent hij te
moeten wijzen op moeilijkheden voor de bovenbewoner van het
perceel Ginnekenweg 203, die nu reeds 10 maanden van electrisch
licht is verstoken en zich met kaarsverlichting moet behelpen.
Deze kwestie werd reeds eerder aan Burgemeester en Wethouders
voorgelegd, doch tot heden zonder resultaat.
Wethouder ROMSOM antwoordt, dat deze ergerlijke toestand
aan Burgemeester en Wethouders bekend is. Over en'ge dagen
zal het college zich opnieuw beraden of in deze niet op een of
andere wijze een oplossing is te vinden.
De heer/DB ROOS" heeft vernomen, dat in de Meidoornstraat en
f. /W/'omgeving de duivenliefhebbers aanzegging hebben gekregen hun
hokken af te breken. Spreker zal gaarne worden ingelicht om-
'7<a -trent de bedoeling van deze maatregel.
De heer BRAAKHUIS zegt in het begin van dit jaar bij de
behandeling van de huurovereenkomst met de heer Vermeulen,
Baronielaan 280, te hebben gevraagd in het contract een bepaling
op te nemen inzake het onderhoud van het voorterrein. Dit ligt
echter onverzorgd. Spreker meent, dat de huidige toestand niet
bestendigd kan blijven en vraagt terzake een regeling te treffen.
De heer WEZENBEEK vraagt, of er lantaarns kunnen worden
geplaatst langs de weg naar Den Deijl. Voorts heeft hij gehoord,
dat de Ned. Spoorwegen voornemens zouden zijn bij de volgende
dienstregeling de laatste trein uit de richting Den Bosch in Breda
te laten aankomen om 10.30 uur. Latere treinen zouden dan niet
verder lopen dan Tilburg.
Spreker acht een dergelijke regeling onvoldoende en vraagt ter
zake de nodige stappen te ondernemen.
Nog vraagt Spreker te worden ingelicht omtrent de salariëring
van de sociale werkster in het woonwagenkamp, die een volledige
dagtaak heeft, maar niet als zodanig wordt betaald.