14 NOVEMBER 1951
453
3b. Schrijven van de heer P. van Beek, waarbij hij mededeelt
zijn benoeming tot rentmeester van het Gesticht voor R.K. Oude
Vrouwen te aanvaarden.
Dit schrijven wordt voor kennisgeving aangenomen.
4. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders tot herzie
ning van de legesverordening. (Bijlagen 1951, no. 397).
Dienovereenkomstig wordt besloten.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van
VJJde Algemene Politie-verordening voor de gemeente Breda tot het
x "s treffen van een regeling inzake het opkopen enz. van oude mate-
4 v»riaien en afvalstoffen. (Bijlagen 1951, no. 398).
De heer DRION kan toejuichen, dat paal en perk wordt gesteld
an het doorzoeken van vuilnisbakken om op deze wijze oude mate
rialen en afvalstoffen te verzamelen. Spreker wil aan dit voorstel
dan ook gaarne zijn stem geven. Wel moet hem echter van het
hart, dat door het onderhavige voorstel ver over het doel wordt
geschoten. De persoonlijke vrijheid wordt te veel aangetast. Door
deze perfecte regeling worden ook personen getroffen, die door hun
/normali/ gedragingen daar buiten behoren te vallen.
Als men art. 1 der wijzigingsverordening aandachtig doorleest, dan
komt men tot de conclusie, dat door de woorden „of te vervoeren"
ook stoelenmatters, schoenherstellers, parapluieherstellers en fiet-
senreparateurs onder de terminologie vallen, hetgeen toch niet de
bedoeling* kan zijn. De politie zal deze categorie van mensen wel
met rust laten, doch een kwaadwillige kan dergelijke personen ver
baliseren. /Bovendien moei nien^niet al te veel vertrouwen hebben
in de opsporingsambtenaren. Zo b.v. ondervinden de Bredanaars te
veel last van de verkeersambtenaren.
Spreker meent, dat de gemeente zich met een dergelijke bepaling
op de verkeerde weg bevindt, daar door deze regeling ook vele
jffMidere gnkeiV werden beperk# Hij is dan ook van oordeel, dat even
tuele moeilijkheden voorkomen dienen te worden. Perfectionnisme
blijkt hier hoogtij te vieren. Spreker heeft zich afgevraagd, of het
mogelijk is een bepaling in het leven te roepen, die recht op het
doel af gaat, waarbij het dus verboden is vuilnisbakken te door
zoeken, de oude materialen en afvalstoffen te vervoeren in andere
dan daartoe bestemde wagens ■waarbij het mogelijk in ook vw
spreker hiertoe/geen kans ziet, is hij toch bevreesd voor de voor
gestelde redactie.
Indien de Raad voornemens is het onderhavige voorstel te accep
teren, dan zal spreker zich daartegen niet verzetten. Hij verzoekt
echter het College te trachten een wijziging in het leven te roepen,
die datgene inhoudt, wat eigenlijk wordt bedoeld. Tot slot merkt
spreker op, dat hij door zijn woorden geen blaam heeft willen wer
pen op het College van Burgemeester en Wethouders of de Straf-
commissie.
De heer KOERTSHUIS kan zich bij het betoog van de heer Drion
aansluiten. Er rijst echter nog een andere vraag. Men kan er van
uitgaan, dat in vuilnisemmers stoffen gedeponeerd worden, die nog
een bepaalde waarde vertegenwoordigen. Waar blijven deze stoffen?
Worden de emmers tijdens het ledigen door het vervoerbedrijf nog