8 FEBRUARI 1951 45 te bouwen dan aanvankelijk het plan was, door een eventuele be stemming hiervoor van het nog niet toegewezen bouwvolume van 126 woningen. Wordt dit bouwvolume aan de particuliere nijverheid toegewezen, dan zullen dit jaar van de nieuwbouwwoningen 41«/o arbeiders- en 59%} middenstandswoningen zijn. Spreker acht dit percentage arbeiderswoningen veel te gering, gezien de behoefte en nood onder deze bevolkingsgroep. Hij ontkent de grote finan ciële bezwaren, aan de gemeentelijke woningbouw verbonden, niet. Onlangs sprak hij een persoon, die hij zou willen aanduiden als een grote burgemeester van een kleine gemeente. Deze zeide. dat in deze aangelegenheid de kosten een secundaire rol spelen, doch dat op de eerste plaats de gezinnen gered moeten worden door zoveel moge lijk te bouwen. Spreker hoopt, dat de Voorzitter dit standpunt ze.I delen en de gezinsbelangen primair zal stellen. Hij verwacht, dat de discussies in deze Raad aanleiding zullen zijn aan het gemeentelijke bouwvolume bedoelde 126 woningen toe te voegen. De heer VELDKAMP onderschrift de mening van de heer Van den Eeden, dat het goed zou zijn, indien de gemeente1 ook deze 12'o woningen als arbeiderswoningen zou doen bouwen. In de discussies over dit vraagstuk is echter een factor aanwezig, welke moeilijk op de juiste waarde kan worden geschat: n.l. de economische zijde. Dit financieringsvraagstuk krijgt een bijzonder aspect door de moeilijk heden, welke aan de huidige kabinetscrisis ten grondslag liggen. Spreker maakt zich zelfs bezorgd over de financiering van de eerste 300 gemeentewoningen. Hij zal graag ov'er de financiële consequenties van de woning bouw nader worden ingelicht. De heer RATTINK zegt dat het voorstel van Burgemeester en Wethouders een gevolg is van het principieel besluit van de Raad van enige maanden geleden, hij was en is nog steeds tegenstander van dit besluit. Bij het Woningnoodbureau staan ongeveer 3500 a 3600 gezinnen ingeschreven. Spreker is niet tegen de bouw van middenstands- woningen, doch een redelijke verdeling van het bouwvolume zou moeten overeenkomen met de percentages ingeschrevenen der ver schillende bevolkingsgroepen bij genoemd bureau. Spreker heeft wel begrip voor de financiële toestand van de ge meente. Maar gelijk de IVz milliard opgebracht moet worden voor de defensie, zo moeten evenzeer voor de woningbouw, welke toch ook een primair belang is, de benodigde gelden gevonden worden: de gemeenschap behoort dus in de lasten hiervoor bij te dragen. Zij mag de gezinnen van de arbeidende bevolkingsgroep, welke zo'n grote arbeidsdiscipline heeft getoond, niet in de steek laten. Spreker wijst erop, dat het mogelijk is 731 woningen te bouwen: het benodigde geld is dus aanwezig. Spreker betreurt, dat de particuliere bouwnijverheid geen arbei derswoningen bouwt. Dit zal hoe jammer het ook is tot verder gaande overheidsbemoeiingen moeten leiden. Spreker vraagt, of onder de 1394 arbeiderswoningen, welke wer den gebouwd, ook de huizencomplexen in de geselecteerde straten zijn begrepen. Hij sluit zich aan bij het door de heer Van den Eeden gedane ver zoek de 126 woningen door de gemeente als arbeiderswoningen te doen bouwen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 45