4 DECEMBER 1951 Tegenwoordig: Mevr. E. M. SLOT-PLATTEL, Mej. J. P. KOPPE LAAR, en de Heren: G. J. BRAAKHUIS, A. C. A. BREKELMANS, J. D. F. BRINKERHOF, H. J. C. COSIJN, A. C. DIRVEN, Mr B. W. M. DRION, A. J. J. VAN GILS, N. W. C. VAN GISBERGEN, A. VAN HAPEREN, H. J. VAN HOUTEN, Mr J. P. HUSTINX, A. JONGBLOED, J. VAN KAMPEN, J. J. KAMPHUIJS, L. J. F. KOERTSHUIS, D. J. A. KRAMERS, J. A. MEIJS, G. MINDER- HOUD, F. P. VAN DE NOORT, C. PEETERS, A. J. A. RATTINK, A. P. ROMSOM, C. A. M. DE ROOS, Drs. G. C. STUBENROUCH, C. A. H. VAN SWOL, Dr. G. M. J. VELDKAMP, Drs. O. G. E. M. VERHAAK, J. F. V. VERMEULEN, J. VERSCHUREN, A. J. WEZENBEEK. Afwezig: de heren: J. M. VAN BIJNEN, C. VAN DEN EEDEN, Dr L. VAN EGERAAT, F. H. M. MOL ert Mr E. H. TOXOPEUS. Voorzitter: de heer A. VAN HAPEREN (Wethouder). Secretaris: de heer TH. DE WERD (waarnemend). De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit, waarvan de tekst is opgenomen in art. 8a van het Reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad. Bericht van verhindering is binnengekomen van de heren: Dr L. VAN EGERAAT en F. H. M. MOL. 1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aangaan van een geldlening, groot f 75.000.- (Bijlagen 1951 no. 453). Wethouder MEIJS meent, dat dit voorstel weinig toelichting be hoeft. Hjj merkt echter op, dat de geldgeefster alsnog een wijziging heeft voorgesteld van de concept-overeenkomst, in die zin dat het voorbehoud voor tussentijdse aflossingen gedurende de eerste vijf jaar, zal komen te vervallen en het gebruikelijke boetebeding zal worden verzwakt. Uiteraard bestaan tegen deze voor de gemeente gunstige voorstellen geen bedenkingen. De heer JONGBLOED zegt, dat dit voorstel hem niet bekend is. Wethouder MEIJS antwoordt, dat dit voorstel reeds aan de Raad was toegezonden bij de stukken, welke naar de aanvankelijke opzet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 475