8 FEBRUARI 1951 47 ders niet verder moet doorgaan, wel moet naar een in alle opzichten verantwoorde verhouding gezocht worden. Hij beschikt thans over de meest recente cijfers omtrent aan vragen voor woonruimte bij het woningnoodbureau. Deze cijfers zijn het College van Burgemeester en Wethouders erg, meegevallen. Per 1 December 1949 waren er ruim 1900 woningzoekenden; volgens de opgave op 1 Juli 1950: 2800; terwijl toen per 1 Januari 1951 wer den verwacht ongeveer 3200 aanvragen. Per 1 Februari 1951 waren echter ingeschreven 2023 aanvragen voor woonruimte. De ingeschreven woningzoekenden kunnen als volgt worden ver deeld: Woningzoekenden Gezinssterkte 3 pers. 4 pers. 5 pers. 6 pers. 7 en meer pers. Arbeidersstand 396 326 187 75 114 Andere standen 89 78 24 16 25 Aparte gezinnen 31 37 24 13 24 Van echtparen en a.s. echtparen, die een woning zoeken, deze telkens verdelende in twee groepen: n.l. met een gezamenlijke leef tijd van minder dan 60 jaar, dan wel met méér dan 60 jaar, stonden op genoemde datum ingeschreven: arbeidersstand: respectievelijk 289 en 126 andere standen: 84 en 54 andere gezinnen: 9 en 2 Samenvattende zijn er dus de volgende aantallen woningzoeken den: gezinnen met 3 personen: 516 4 441 5 235 6 104 7 en meer personen 163 echtparen en a.s. echtparen (minder dan 60 jaar) 382 echtparen en a.s. echtparen (meer dan 60 jaar) 182 Totaal woningzoekenden 2023 Voorts staan nog ingeschreven 50 gezinnen, die elders woon achtig naar Breda wensen te komen, tegen 30 gezinnen, die van uit Breda naar elders willen vertrekken, zodat men komt tot een cindtotaal van ongeveer 2060 gezinnen, die in Breda woonruimte behoeven. Van het aantal ingeschreven woningzoekenden zijn 1653 arbeiders gezinnen tegen 370 gezinnen uit andere standen. Spreker wil er nog wel op wijzen, dat men voorzichtig moet zijn met het hanteren van de term: arbeidersgezinnen, indien het gaat omtrent het zoeken naar woonruimte. Hij heeft de huurprijs doen nagaan, welke de woningzoekenden kunnen betalen. Daarbij is ge bleken, dat van de 2023 woningzoekenden 875 gezinnen een huur tot 5.per week en 1148 gezinnen een huur hoger dan 5.kunnen betalen. De cijfers liggen heel wat gunstiger dan aanvankelijk werd ge dacht en ook door de heer Rattink werd vermeld. Dit moest haast ook wel: de vele moeiten, welke vooral door de Burgemeester zijn gedaan om tot woning'bouw te komen, konden zulks reeds doen hopen. Aan diens grote activiteit is de gemeente dan ook veel dank verschuldigd. De vraag, die thans aan de orde is, kan gemakkelijker beslist

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 47